Direct naar artikelinhoud

Alle opwinding over mazelen strookt niet met de cijfers

Een Filippijnse moeder houdt haar dochtertje vast dat met mazelen in een ziekenhuis in Manila is opgenomen.Beeld Getty Images

Alle opwinding over mazelen strookt niet met de statistische feiten over de sterftegevallen, betoogt Hans Voerknecht, lezer uit Pijnacker.

In eerste instantie hadden wij onze kinderen niet laten inenten tegen bof, mazelen en rode hond, vanuit de filosofie dat je als mens niet moet ingrijpen op wat de natuur zelf al goed regelt. Later hebben wij onze kinderen toch laten inenten tegen de mazelen, want ik wil niet dat andere mensen slachtoffer worden van mijn keuzes.

Maar nu doen steeds meer apocalyptische beelden over de mazelen de ronde. Waarbij het beeld ontstaat dat je je kind aan acuut levensgevaar blootstelt als je hem of haar naar een kinderdagverblijf stuurt waar ook ongevaccineerde kinderen worden toegelaten. Ik had het gevoel dat dat niet klopte. Dus wilde ik dit toch zelf graag eens toetsen aan gegevens die gewoon voor iedereen beschikbaar zijn: de CBS-statistieken.

Het streven naar een 95 procent vaccinatiegraad voorkomt iets wat met een 0 procent vaccinatiegraad ook al niet voorkwam

Allereerst sterven er wereldwijd, voornamelijk in ontwikkelingslanden, duizenden zo niet miljoenen kinderen aan de mazelen. Maar hoe zit het in Nederland? Voorzitter Gjalt Jellesma van de ouderorganisatie Boink stelt, onweersproken door medische wetenschappers, dat het mazelenvaccin vele duizenden dodelijke slachtoffers heeft voorkomen. Als we in de CBS-jaarcijfers kijken naar de hoeveelheid sterfgevallen door mazelen van voor 1976 (toen mazelen in het rijksvaccinatieprogramma werd opgenomen) dan zien we jaarlijks ongeveer 20 sterfgevallen met een dalende tendens richting 1976.

Maximaal 1000

Als we dat door zouden trekken naar 2019, 43 jaar later, zijn dus door het vaccin maximaal een kleine 1000 sterftegevallen voorkomen. Nog steeds veel, maar niet vele duizenden, zoals Jellesma stelt.

Ook wordt gesteld dat een vaccinatiegraad van ten minste 95 procent nodig is om sterfte bij kinderen onder de veertien maanden te voorkomen (kinderen worden pas met veertien maanden ingeënt). Maar hoe zat het eigenlijk met sterfte onder kinderen onder veertien maanden voor 1976, toen de vaccinatiegraad nul was? Wie de statistieken bekijkt, ziet dat sterfte onder deze kinderen vrijwel niet voorkwam. Het gaat om nul of één, maximaal twee sterfgevallen per jaar.

Medici en politici roepen op om voorlichting op grond van werkelijke feiten. Wie zich wil baseren op die feiten, weet dan ook: het gaat niet om vele duizenden sterfgevallen vanwege de mazelen die in Nederland door het vaccin worden voorkomen, maar tussen de 5 en 20 per jaar. Het streven naar een 95 procent vaccinatiegraad voorkomt iets wat met een 0 procent vaccinatiegraad ook al niet voorkwam (sterfte aan mazelen bij kinderen onder de veertien maanden).

Verwaarloosbaar

Ook het weigeren van kinderen op kinderdagverblijven vanwege het besmettingsgevaar van kinderen onder de veertien maanden voorkomt iets wat eigenlijk niet bestaat: het gevaar is gezien de statistieken van vóór de vaccinatie verwaarloosbaar. Kinderen die herstellen van de mazelen, doen dat eigenlijk zonder uitzondering zonder verdere gevolgen en zijn hun hele verdere leven beschermd tegen de mazelen, iets waar het vaccin niet aan kan tippen.

Ook is het raar dat kinderen bij het mazelenvaccin ook meteen het bof- en rodehondvaccin krijgen. Bij die ziektes gaat het om buitengewoon kleine risico’s. De bof heeft als verschijnsel vooral dat mannen die de bof op latere leeftijd krijgen een uiterst kleine kans lopen om onvruchtbaar te worden.

Bij rode hond worden kinderen amper ziek – vergelijkbaar met de waterpokken. Vroeger was de standaardactie als er rode hond heerste om ervoor te zorgen dat iedereen het kreeg, vooral de meisjes. Simpelweg door de kinderen met elkaar te laten spelen. Waardoor de natuur zelf vrijwel altijd voorkwam dat een zwangere vrouw rode hond kreeg (wat zou kunnen leiden tot misvorming van de vrucht), doordat ze vanuit haar jeugd al beschermd was.

Kortom, alle opwinding rond de mazelen is nauwelijks te rijmen met deze statistische feiten.

Update 17 mei 2019: Voorzitter Gjalt Jellesma van de ouderorganisatie Boink heeft gereageerd op dit opiniestuk, hieronder leest u zijn reactie

Hans Voerknecht beweert dat ik zou hebben gezegd dat sinds de invoering van de inenting tegen mazelen duizenden doden zijn voorkomen (Opinie, 11 mei). Namens BOinK (Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang) heb ik juist betoogd dat we naar de opbrengst van het gehele rijksvaccinatieprogramma moeten kijken. Dat heeft sinds de invoering tussen de zes- en twaalfduizend doden voorkomen. Ik baseer me hierbij op het proefschrift van Maarten van Wijhe (‘The public health impact of vaccination programmes in The Netherlands’, 2018). Voerknecht gaat overigens geheel voorbij aan het feit dat kinderen ook ernstig ziek kunnen worden van mazelen en zelfs blijvende schade kunnen oplopen. Mijn pleidooi voor de verhoging van de vaccinatiegraad is, in het licht van de snelle toename van het aantal mazelengevallen in landen om ons heen, geen paniekvoetbal maar onderdeel van een evenwichtig preventiebeleid.

Gjalt Jellesma voorzitter BOinK Utrecht

Lees ook:

Duitsland is van plan de mazelenprik voor alle kinderen verplicht te stellen

Duitse kinderen moeten binnenkort verplicht worden ingeënt tegen mazelen. Wie weigert, riskeert een hoge boete. 

Niet ingeënt? Dan ben je bij kinderopvang Berend Botje niet meer welkom

Voor het eerst stuurt een crèche ongevaccineerde kinderen weg. Ouders overwegen juridische stappen.