Direct naar artikelinhoud

Meer dan 40 procent van het eten belandt in de afvalbak

Producten worden op de THT-datum vaak al weggegooid, terwijl ze dan nog zeer goed te gebruiken zijn.

Een derde van het voedsel dat in Nederland voorhanden is, haalt de slokdarm niet, maar belandt in de vuilnisbak. Dat ligt niet alleen aan de consument, maar die is wel de grootste verspiller: meer dan 40 procent van zijn voedsel gooit hij weg.

Dat concludeerde het televisieprogramma 'De Monitor' gisteravond in de eerste van zijn twee uitzendingen over voedselverspilling.

De verspilling van voedingsmiddelen zou nu 20 procent minder moeten zijn dan zeven jaar geleden. Dat was althans de doelstelling van het kabinet destijds, in 2010, verwoord door de toenmalige minister van landbouw van landbouw Gerda Verburg.

Weinig consumenten kennen het verschil tussen TGT en THT

Die doelstelling was niet realistisch zegt Martijn van Dam, staatssecretaris van economische zaken en verantwoordelijk voor landbouw, nu voor de camera's van De Monitor. "Ik zie niet hoe ik dat kan realiseren met het instrumentarium dat ik tot mijn beschikking heb." Volgens Van Dam kan de overheid weinig doen, en moeten burgers en bedrijven de verspilling terugdringen.

Houdbaarheidsdatum

Belangrijke spelers bij de bedrijven zijn de supermarkten, die nu verspilling in de hand werken door overal een houdbaarheidsdatum op te plakken, ook op producten waarop dat helemaal niet hoeft. Gevolg is dat mensen de producten pakken met de langste houdbaarheidsdatum en dat de minder lang houdbare producten moeten worden weggegooid.

Die houdbaarheidsdatum is toch al een bron van verwarring. Weinig consumenten kennen het verschil tussen TGT (te gebruiken tot) en THT (tenminste houdbaar tot). Producten worden op de THT-datum vaak al weggegooid, terwijl ze dan nog zeer goed te gebruiken zijn.

De consument gooit 40 tot 45 procent van zijn voeding weg, schat de Wageningse onderzoeker Toine Timmermans. De oorzaken: mensen kopen meer eten dan ze nodig hebben, koken grotere porties dan ze op kunnen, en bewaren voedingsmiddelen niet op de goede plek. Door hierin verandering te brengen zou het gemiddelde huishouden jaarlijks zo'n 400 euro kunnen besparen, zegt Timmermans.