Nieuwe studie PISA 2018 verklaart unieke positie van ons onderwijs inzake sociale ongelijkheid

Facebooktwittermail

“Sociale ongelijkheid in ons onderwijs, ultiem overblijfsel van het unitaire België”. Onder deze ietwat provocerende titel organiseerde Ovds (Oproep voor een democratische school) op 3 maart een persconferentie. Ovds gaf tijdens de persconferentie het startschot van de campagne “Ambitie én sociale gelijkheid voor ons onderwijs”. Bij die gelegenheid stelde Nico Hirtt een nieuwe statistische studie voor op basis van de PISA 2018 database. De studie laat toe om de gemeenschappelijke karakteristieken van het Vlaams en Franstalig onderwijs te identificeren die de grote sociale ongelijkheid in het onderwijs van ons land in vergelijking met andere Europese landen verklaren. 

Hieronder kunt u de besluiten lezen van deze studie en/of de volledige studie downloaden.

Besluiten van de studie :

1) De structurele kenmerken van onderwijssystemen (quasi-schoolmarkt en tracking) zijn de meest bepalende factoren voor de sociale ongelijkheid ervan. Ze verklaren meer dan de helft van de intra-Europese verschillen op dit gebied en zijn cruciaal voor het begrijpen van de bijzondere Belgische situatie.

2) De regulering van de onderwijsmarkt lijkt een noodzakelijke voorwaarde te zijn voor het welslagen van een langdurige gemeenschappelijke stam. Geen enkel onderwijssysteem is erin geslaagd de vrije schoolmarkt te combineren met late tracking.

3) Een laag percentage zittenblijvers is geen garantie voor een geringe ongelijkheid in schoolprestaties, vooral niet in landen met een doorgedreven schoolmarkt.

4) Op internationale schaal is het niveau van de onderwijsfinanciering duidelijk een bepalende factor in de sociale gelijkheid op school. Op het vlak van de financiering is de situatie van de Belgische gemeenschappen – en met name van Vlaanderen – niet al te slecht. Financiering is daarom niet de primaire verklaring voor onze slechte positie als het gaat om sociale ongelijkheid op school. Maar een betere financiering van het basisonderwijs maakt deel uit van de oplossing.

5) Externe oorzaken, met name immigratie, zijn daarentegen verwaarloosbaar als verklaring voor de weinig benijdenswaardige situatie van het onderwijs in België op het vlak van ongelijkheid.

Deze studie richt zich tot iedereen in België die zich democraat noemt. Als we beseffen dat onze onderwijssystemen tot de meest ongelijke van de wereld behoren, vooral in vergelijking met landen met een vergelijkbaar welvaartsniveau, kunnen we niet anders dan revolteren. Sociale gelijkheid in het onderwijs is niet enkel een voorwaarde om de ongelijkheid qua perspectieven op professioneel vlak te verminderen – zelfs als deze nog vooral wordt bepaald door het patrimonium en het netwerk aan contacten van de ouders – maar vooral om ervoor te zorgen dat alle burgers in staat zouden zijn om de wereld te begrijpen en te handelen.

Onze studie wil er ook toe bijdragen dat de democratische krachten de moed vinden om de werkelijke oorzaken van onze ernstige situatie onder ogen te zien en om de middelen te vinden om eraan te verhelpen.

Het is duidelijk dat inzetten op meer vrije keuze voor ouders, meer vrijheid voor scholen om zich op de markt te positioneren, een meer vroegtijdige selectie, een meer uitgesproken differentiatie van de schooltrajecten … leidt tot nog meer ongelijkheid. Hierover is er geen wetenschappelijke twijfel. Onze studie bevestigt alleen wat veel andere studies al lang hebben vastgesteld.

Als de vorige conclusie vooral gericht is aan de Vlaamse overheid, is er een andere die zich vooral richt op de Franstalige overheid. Geen enkel onderwijssysteem is in staat geweest om een ​​langdurige gemeenschappelijke stam in te voeren en de sociale ongelijkheid in de schoolprestaties te beperken, zonder de onderwijsmarkt te reguleren en zonder de gemeenschappelijke stam structureel te organiseren, dat wil zeggen autonoom van de hogere cyclus van het secundair onderwijs. Het Pacte d’Excellence (in het Franstalig onderwijs), dat beweert de gemeenschappelijke stam in te voeren door een identiek curriculum in te voeren voor alle leerlingen ongeacht het type school dat ze bezoeken en zonder de vrije schoolkeuze aan te pakken, loopt volgens ons een groot risico. Niets in de internationale vergelijkingen garandeert succes voor dit project. Een mislukking van het Pacte d’Excellence zou dubbel catastrofaal zijn: het zou de ongelijkheid tussen scholen verder vergroten en het zou de politieke haalbaarheid van een nieuwe ingrijpende hervorming naar de Griekse kalenders verwijzen. Het zou zelfs kunnen leiden tot wat tegenstanders van elke onderwijsdemocratisering aankondigen: een nivellering naar beneden.

Onze prioritaire aanbevelingen aan degenen die verantwoordelijk zijn voor onderwijs zijn daarom:

1) Reguleer vanaf het basisonderwijs de toewijzing van leerlingen aan een school door te beginnen met het vrijblijvend aanbieden van een school aan de ouders. Gebruik deze hefboom om de sociale mix in alle scholen te optimaliseren. Dit zal een opwaartse spiraal initiëren waar de afname in segregatie de aantrekkelijkheid van de markt zal verminderen en vice versa. Dit is de hoogste prioriteit.

2) Begin een proces van geleidelijke reorganisatie van het secundair onderwijs, om de lagere cyclus op een andere plek te organiseren dan de hogere cyclus.

3) Verhoog de financiering voor het basisonderwijs, met name om de omvang van de klassen in het kleuter- en het begin van het lager onderwijs te verminderen tot ongeveer vijftien kinderen.

4) Voer op basis hiervan geleidelijk gemeenschappelijke onderwijsprogramma’s in tot 16 jaar.

De volledige studie downloaden.

1 REACTIE

Comments are closed.