De hartenkreet van Ronald Lepez, trainer en oud-voetballer van SC Heerenveen en Cambuur. 'Ook Indonesië verdient excuses voor slavernijverleden'

Ronald Lepez.

Ronald Lepez. EIGEN FOTO

Mooi dat Nederland excuses gaat maken voor het slavernijverleden, maar dan moeten die ook gelden voor het vroegere Nederlands-Indië. ,,Regering, betrek ook Indonesië bij jullie excuses.’’

De hartenkreet komt van Ronald Lepez (65), voormalig profvoetballer bij SC Heerenveen en Cambuur en sinds 2007 werkzaam op het Indonesische eiland Java waar hij een voetbalschool runt. ,,Als we het over de Nederlandse slavernijgeschiedenis hebben, gaat het altijd over Suriname en de Antillen en nooit over Nederlands-Indië. Terwijl de VOC hier, met goedkeuring van de Nederlandse regering, op grote schaal in slaven heeft gehandeld’’, stelt Lepez, geboren in Almelo en opgegroeid in Heerenveen.

Tot 1,1 miljoen slaafgemaakten in de Oost

Aan de telefoon zegt hij dat 350 jaar kolonisatie nog altijd zijn nawerking heeft in de taal en cultuur in Indonesië, het geboorteland van zijn ouders. ,,Mijn vrouw Barbara en ik worden bijvoorbeeld bulé genoemd. Dat betekent witte buitenlander, de grote baas waar ze naar moeten luisteren. Hiërarchie is belangrijk. Dat merk ik in het dagelijks leven en ook in het voetbalgebeuren. Je speelt de bal niet naar de beste, maar naar de oudste. En als jongens de bal krijgen, kijken ze naar de coach: waar moet die naartoe?’’

Lepez stelt dat uit onderzoek blijkt dat de VOC naar schatting tussen de 600.000 tot 1,1 miljoen mensen tot slaaf heeft gemaakt . De compagnie haalde de tot slaafgemaakten uit Azië, maar handelde ook op de slavenmarkten in Oost-Afrika. Deze mensen moesten in de handelskolonie Nederlands-Indië forten en nederzettingen bouwen, maar werden ook op grote schaal verkocht aan particulieren. Daarnaast verdiende de VOC dik aan de inning van slavenbelasting.

Waarom we het hier nooit over hebben

Waarom we het hier vrijwel nooit over hebben in Nederland? Voor het antwoord verwijst Lepez naar journalist Reggie Baay, schrijver van het boek Daar werd wat gruwelijks verricht (2015). In een artikel in De Correspondent stelt hij: ,,Als het gaat om het Nederlands slavernijverleden in de Oost is er nooit een vasthoudende groep van nazaten opgestaan die erkenning van haar geschiedenis heeft geëist. En het valt ook niet te verwachten dat zo’n groep zal opstaan, simpelweg omdat verreweg de meeste nazaten van de slaafgemaakten in de Oost zich niet bewust zijn van hun eigen geschiedenis van slavernij.’’

Naast onwetendheid speelt volgens Lepez schaamte, malu, ook een grote rol. ,,In Indonesië blijven veel zaken generaties lang onbesproken. Voor de Indische-Nederlanders geldt bovendien dat ze dankbaar zijn voor hun leven in Nederland, die willen geen herrie schoppen. Daarom vraag ik: als iemand van de regering excuses maakt voor het slavernijverleden, neem dan ook de Indonesiërs daarin mee. Die komen niet vanzelf vanwege eer- en schaamtegevoel. Maar als ze worden betrokken, dan staan ze wel vooraan.’’

Leren van de volledige geschiedenis

Excuses kunnen helend werken, aldus Lepez. Bovendien, wie wil leren van de geschiedenis moet daarvan wel een volledig beeld hebben. Omdat ook de geschiedenisboeken op scholen voorbijgaan aan het slavernijverleden in het vroegere Nederlands-Indië, ziet de voetbalcoach, die dertig jaar in het basis- en beroepsonderwijs in Friesland werkte, straks een rol voor zichzelf. ,,In mei kom ik terug naar Heerenveen. En terwijl ik aan het praten ben, denk ik: misschien moet ik dan langs Friese scholen gaan om te vertellen over de kolonisatie?’’