Vierde voortgangsrapportage voor de minister van Infrastructuur en Waterstaat

15-11-2022
680 keer bekeken

Op 11 november 2022 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de vierde voortgangsrapportage van het Noordzeeoverleg aan de Tweede Kamer gestuurd.

Leest u de onderstaande tekst liever in een PDF? Download de vierde voortgangsrapportage met begeleidende brief van Sybilla Dekker aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Noordzeeoverleg (NZO): samenwerking, voortgang en resultaten Voortgangsrapportage 4 over de periode mei 2022 tot november 2022.

De natuur-, de voedsel- en de energietransitie, de samenhang tussen deze transities en de zeescheepvaart op de Noordzee vormen het hart van het Noordzeeakkoord (NZA). In deze voortgangsperiode van het NZO hebben de ontwikkelingen elkaar snel opgevolgd en heeft de energietransitie een stevige impuls gekregen. Het NZO gaat in de komende periode meer aandacht besteden aan de balans en samenhang in de uitvoering van de drie noodzakelijke transities. Met de versnelling in de uitrol van wind op zee is het van belang om ook de voedsel- en natuurtransities te versnellen voor een gezonde Noordzee.

Medegebruik

Bij de ruimtelijke processen (die plaatsvinden door de versnelde energietransitie) spelen de draagkracht van het ecosysteem en de schaarste aan ruimte een prominente rol. Schaarste aan ruimte op zee noopt tot multifunctioneel ruimtegebruik. De NZA-bepalingen over gebiedspaspoorten en medegebruik geven handvatten om hiermee om te gaan.

Uitvoering Noordzeeakkoord

In het NZO wordt de implementatie en uitvoering van het NZA gemonitord. Ik constateer dat de implementatie van NZA-bepalingen soms meer tijd vergt dan bij de opstelling van het NZA is voorzien. De voortgang en de accenten voor een evenwichtige implementatie worden regelmatig in het NZO besproken en er is een mijlpalenoverzicht opgesteld, waarmee de het NZO de voortgang bewaakt.

Natuurtransitie

In het NZO is, in het kader van de implementatie van het NZA, overeenstemming over de definiëring van het Friese Front en de aanwijzing van gebieden voor onderzoek en voor oesterherstel binnen het Friese Front. Deze NZO-conclusie is aangeboden aan de minister van LNV, die zorg draagt voor de doorgeleiding en behandeling op EU-niveau.

Beschermde gebieden

Na de consensusvorming in het NZO over de Borkumse stenen en het Friese Front werkt de NZO-werkgroep beschermde gebieden hard aan de NZA-afspraken (NZA, Hoofdstuk 4 Gebieden) over het vergroten van beschermde natuurgebieden op zee. Dit houdt in dat die gebieden betekenisvol zijn beschermd en dat er beperkingen worden gesteld aan bodemberoerende visserij. Bij het voorbereiden van de conclusies over de uitbreiding van beschermde gebieden gaat het ook om de onderbouwing van de besluitvorming en de bijdrage aan de ecologische waarde van de aan te wijzen gebieden. Deze onderbouwing is ook noodzakelijk voor de goedkeuringsprocedure op EU-niveau.

Visserij en de voedseltransitie

De visserijsector bevindt zich in een kritieke periode. Door de stijging van de brandstofprijzen is het voor veel vissers niet meer lonend om uit te varen. Deze ontwikkeling volgt kort op de reductie van visgronden als gevolg van Brexit. Verder heeft de komst van nieuwe windenergiegebieden op de Noordzee invloed op het perspectief van de visserijsector.

Financiële middelen

In het NZO is overleg gevoerd over de saneringsregeling voor de visserij, “de Tijdelijke subsidieregeling vermindering gevolgen Brexit voor de visserij”, die op 22 juli 2022 is aangekondigd en op 1 september 2022 in werking trad. In het NZA “transitiefonds” was in 2020 74 miljoen euro gealloceerd voor een algemene saneringsregeling. Het Rijk heeft bij de instelling van de saneringsregeling en aanvullende maatregelen het NZA- “transitiefonds” verminderd met deze 74 miljoen euro en aan de algemenen middelen toegevoegd. Vanuit het NZA, de Brexit Adjustment Rerserve (BAR) en het Klimaatfonds samen, stelt het Rijk nu €444 miljoen beschikbaar om de voedseltransitie te ondersteunen.

Werkgroep Voedseltransitie

Verder is, na overleg met de minister van Landbouw, Visserij en Voedselkwaliteit, zoals opgenomen in zijn brief (DGNVLG / 22292185 d.d. 20 juli 2022) aan de NZO-voorzitter, in het NZO een werkgroep voedseltransitie ingericht. In deze werkgroep gaat het onder andere om het inzichtelijk maken van het perspectief voor de visserijsector en om de aard en de omvang van de visserijvloot in het licht van de uitdagingen op de Noordzee te zetten. De focus van de werkgroep ligt, naast de voortgang van andere visserijonderwerpen, op de visie op voedselvoorziening uit zee, waartoe de minister van LNV opdracht heeft gegeven. De inbreng van LNV om een perspectief voor de visserij te schetsen middels de voedsel- en kottervisie, wordt in samenhang besproken.

Kansen voor medegebruik

Voor de visserijsector is de mogelijkheid van multifunctioneel gebruik van ruimte van belang. Verschillende vormen van medegebruik kunnen in samenhang vorm krijgen door verdere invulling te geven aan de NZA-bepalingen voor gebiedspaspoorten. De NZO partijen voeren hierover inmiddels overleg.

Energietransitie

De noodzaak om de omslag te maken van fossiele energie naar duurzame energie wordt door internationale ontwikkelingen versterkt. Op 18 mei 2022 vond een topoverleg plaats in Esbjerg (DK) van regeringsleiders en ministers voor energie van Denemarken, Duitsland, België en Nederland en de Europese Commissie, samen met stakeholders in de energiesector over offshore windenergie. Op 12 september 2022 vond in Dublin (Ierland) de ministeriele bijeenkomst in het kader van de North Seas Energy Cooperation (NSEC) plaats. In Dublin heb ik als voorzitter van het NZO de samenwerking van overheid en stakeholders via het Noordzeeoverleg in Nederland toegelicht en het belang onderstreept dat de energietransitie het beste in samenhang met de natuur- en de voedseltransitie kan worden ingevuld.

Deze internationale bijeenkomsten op politiek niveau maken inzichtelijk dat overheden en stakeholders grensoverschrijdende samenwerking zoeken en dat het belang van de samenhang van de energietransitie met de andere transities op zee wordt onderkend.

Windenergie op zee

In het NZO is overleg gevoerd over de ambities van het kabinet voor windenergie op zee, zoals verwoord in de Kamerbrief windenergie op zee 2030-2050 (DGKE-E/22174505) van de minister voor Klimaat en Energie van 16 september 2022, en de doorwerking van deze ambities in het proces van de komende herziening Programma Noordzee 2022-2027.

Gaswinning op zee

In het NZA zijn voor de energietransitie afspraken gemaakt over gaswinning op de Noordzee binnen randvoorwaarden zoals de bepalingen van het Klimaatakkoord van Parijs, van best beschikbare technieken (BBT) en van de geluidsimpact van seismisch onderzoek. In deze voortgangsperiode is het in het NZA aangegeven onderzoek naar gaswinning op de Noordzee en het onderzoek op seismisch terrein met vertraging in uitvoering genomen. Het onderzoek naar bovenwettelijke BBT voor energie infrastructuurprojecten is voorbereid en moet nog worden uitgezet. Vooruitlopend op de uitkomst van onderzoeken, overleggen betrokken NZO-partijen hoe er voor kan worden gezorgd dat partijen zo optimaal mogelijk natuurbeschermend en natuurversterkend te werk gaan.

Balans in de transities.

De komende periode zal het NZO meer aandacht besteden aan de drie noodzakelijke transities op de Noordzee. Er zal worden gestreefd naar balans in de uitvoering van de drie transities op de Noordzee, waar alle belangen naast elkaar staan ten behoeve van een gezonde Noordzee.

De wetenschappelijke basis krijgt vorm met het MONS-programma en de Wetenschappelijke Klankbord Commissie

Het onderzoeksprogramma Monitoring-Onderzoek-Natuurversterking-Soortenbescherming (MONS) is van start gegaan. De eerste onderzoeksresultaten zijn opgeleverd, waaronder een quick scan naar mogelijkheden voor natuurversterking in windparken op zee en monitoringplannen voor biotische en abiotische variabelen. Het Uitvoeringsbureau MONS, dat bij Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving is ondergebracht, wordt in december 2022 operationeel. De vertraging in de oprichting van het Uitvoeringsbureau MONS heeft geen consequenties voor het beschikbare onderzoeksbudget. Met het Uitvoeringsbureau MONS start een nieuwe fase, waarin het bureau samen met het NZO de onderzoeken per kalenderjaar zal prioriteren en ter hand zal nemen. De resultaten leveren belangrijke data op die nodig zijn voor de uitvoering van het NZA en het bevorderen van consensusvorming in het NZO. Aanvullende wetenschappelijke komt vanuit de NZO Wetenschappelijke Klankbord Commissie (WKC) waarin verschillende wetenschappelijke disciplines zijn vertegenwoordigd. De leden van de WKC leveren gevraagd en ongevraagd advies aan het NZO.

Veiligheid op de Noordzee

In mijn derde voortgangsrapportage heb ik de veiligheid op zee aan de orde gesteld. Ook in deze rapportageperiode hebben zich situaties voorgedaan die om meer inzet vragen voor de scheepvaartveiligheid en de veiligheid van cruciale infrastructuur op de Noordzee. Dit blijft doorlopende een aandachtspunt.

NZO-reflectie en strategie: de blik naar voren

Het NZA heeft een horizon tot 2030 en blikt vooruit naar 2050. In een complexe wereld en als het gaat om transities en om infrastructuur, is 2030 feitelijk morgen. Met verwijzing naar de eerder aangegeven kamerbrief voor windenergie op de Noordzee 2030-2050, is ook het NZO geconfronteerd met de kabinetsambitie voor windenergie op zee in de periode 2030–2050. De gesprekken in het NZO over de ontwikkelingen richting 2050 zijn bedoeld om aan het kabinet signalen af te kunnen geven.

Evaluatie transitiefonds 2023

In het NZA en het Advies governance NZO is vastgelegd dat een evaluatie van het “transitiefonds” in 2023 zal plaatsvinden. In deze evaluatie gaat het er om te bepalen of de beschikbare middelen voldoende zijn om de NZA-doeleinden te realiseren. Het NZO zal deze evaluatie oppakken.

Afbeeldingen

Bekijk ook

Cookie-instellingen