Ik zag het alweer gebeuren, een getraumatiseerde wilde hond uit Spanje in huis | column Rosa Timmer

Rosa Timmer.

Rosa Timmer. Foto: Marleen Annema

,,Niet doen’’, adviseerde ik vrienden toen ze me een foto stuurden van een grijszwart zwerfhondje uit Spanje dat ze wilden adopteren. De foto was lief, echt niks mis mee. Het hondje keek ons guitig aan vanaf een zonnig hok met roze achtergrond. Het probleem was mijn ervaring uit de hondenzoekgroep, waar ik ooit een blauwe maandag in zat.

Dat zijn groepen vrijwilligers die samen zoeken naar vermiste hondjes. Want elke dag lopen er tientallen weg, geschrokken van iets of gewoon op avontuur uit. De grootste clientèle: die zwerfbeestjes uit Spanje en Roemenië die naar Nederland zijn getransporteerd voor een nieuw leven. Dat is vaak een te romantisch beeld.

Want in werkelijkheid komen ze na een lange vlucht in het ruim van het vliegtuig hier nog eens extra getraumatiseerd aan, om daarna een leven aan de dubbele riem te moeten leiden terwijl ze eerst vrij konden rondzwerven. Dus ontsnappen ze, komen ze onder de auto of worden ze heel onhandelbaar in huis. Voorbeelden te over, de zoekacties naar deze honden door tientallen vrijwilligers gaan ook in het noorden achter elkaar door.

,,We doen het toch”, hoorde ik een week later. Ze adopteerden het beestje zonder het ooit gezien te hebben. Deze hond zou anders zijn, geloofden de aspirant-ouders. En een verschil: het hondje zat in de dodencel, zo zegt de website. Als niemand haar zou nemen, dan zou dat het einde voor haar zijn.

Bij aankomst op Schiphol was het even schrikken. Het beestje had een enorm scheve bek en haar tong hing uit haar mond. Ze was waarschijnlijk mishandeld of aangereden. Dat was er niet bij gezegd op internet.

Ik zag het met lede ogen aan.

Tot mijn vriendin twee maanden geleden vroeg of wij ook eens op deze hond konden passen. De timing was weer eens uitmuntend: ze zou komen op de dag dat ik geopereerd zou worden aan mijn been. ,,Als jij haar maar verzorgt’’, snauwde ik vriendin toe. Ik zag alweer gebeuren dat die getraumatiseerde wilde hond tegen me op zou springen, terwijl ik daar met mijn halfopen been op de bank lag. Noem het zuur, noem het realistisch.

Wat gebeurde was anders. Ik schuifelde na de operatie naar de bank en het hondje liep in slowmotion met me mee. Omdat ik nog onder invloed was van de narcose, had ik het nauwelijks door. Ik viel op de bank in slaap en toen ik wakker werd, zag ik naast mij een grote zwartgrijze krullenbol. Ze deed één glanzend oogje open om te kijken of ik haar van de bank zou jagen. Toen ik dat niet deed, legde ze voorzichtig haar kop op mijn schouder.

Zo hebben we daar vier dagen gelegen.
Misschien moet ik toch eens leren vertrouwen op de wereld.