Een huis bouwen van enkel lokale materialen? Architect Mo Smit van Bouwtuin laat in Oosterwolde zien dat het kan

Mo Smit (rechts) bouwt muren van riet en stro. Met Bouwtuin doet ze onderzoek naar de mogelijkheden voor bouwen met lokaal materiaal.

Mo Smit (rechts) bouwt muren van riet en stro. Met Bouwtuin doet ze onderzoek naar de mogelijkheden voor bouwen met lokaal materiaal. Foto: Bouwtuin

Kun je bouwmateriaal uit de lokale omgeving halen en daar ook daadwerkelijk woningen mee bouwen? Mo Smit van Bouwtuin denkt van wel en deelt dinsdag haar inzichten in Oosterwolde.

Bouwen met natuurlijke materialen die dichtbij geteeld en geoogst zijn, moet straks doodnormaal zijn. ,,Het zou prachtig zijn als je ze over twintig of dertig jaar gewoon bij de bouwmarkt kunt vinden. Of bij iets wat daarop lijkt.’’

Aan het woord is Mo Smit, architect en docent-onderzoeker aan de TU Delft en initiator van Bouwtuin. Bouwtuin is een stichting die onderzoek doet naar biobased bouwen met regionaal geteeld materiaal en kijkt hoe dit in de praktijk verder gebracht kan worden. Rond Hilversum, in de Gooi- en Vechtstreek, lopen al de eerste experimenten. Smit hoopt ook naar andere regio’s uit te breiden.

Onderzoek in Gooi- en Vechtstreek

Fundament onder Bouwtuin is een actieonderzoek waar Smit en een groep van haar (oud-)studenten in 2020 aan begonnen. ,,Als je als ontwerper hiermee aan de slag wil, dan zul je ook moeten laten zien hoe het kan. Anders kunnen wij het wel bedenken, maar blijft het hangen in de uitvoering. Daarom zijn we het gaan onderzoeken.’’

De Gooi- en Vechtstreek, het woongebied van Smit, is geknipt voor dit onderzoek vertelt ze. ,,Het is een heel gevarieerd gebied. Je vindt er een mozaïek aan landschapstypen van veenweide tot bos en landbouwgebied met veel klei.’’ Elk van die gebieden draagt bij aan de zoektocht naar bouwmaterialen in drie categorieën: aarde, vezels en hout. Zo is in het veenweide- en plassengebied rond het Naardermeer veel riet te vinden, komt er hout uit het bos van Hollandse Rading en is de rand van Hilversum juist geschikt voor de aanvoer van stro, leem en zand.

Drie belangrijke stromen (aarde, hout en vezels) vonden de onderzoekers dus in de directe omgeving. En het bleek ook in opvallend grote hoeveelheden beschikbaar. ,,Heel veel zand en klei wordt afgegraven maar helemaal niet gebruikt. Wij hebben gevraagd of we met die verschillende grondsoorten mochten experimenteren en hebben zelf stenen en leem gemaakt.’’

Een stabiele houtstroom bleek ook in de regio te vinden in het Goois Natuurreservaat. ,,Uit dat gebied komt heel veel hout vrij door natuurbeheer. Er is in het verleden veel douglas en corsicaanse den aangeplant voor onder meer de mijnbouw en men probeert daar nu meer diversiteit in aan te brengen. Dat hout gaat nu nog niet per se naar de bouw.’’

Genoeg hout voor 30 tot 40 woningen

De stroom aan hout uit het natuurgebied is groot genoeg om per jaar 30 tot 40 woningen mee te bouwen. Voor Bouwtuin vormt het hout de basis waaromheen de woningen gevormd worden. ,,Het is in feite houtskeletbouw’’, legt Smit uit. ,,Een techniek waarmee elk bouwbedrijf in de regio bekend is.’’

Rondom het houten skelet kan per gebied gevarieerd worden. ,,Dat was in het verleden heel normaal. De huizenbouw reflecteerde het landschap. Dat denken willen wij weer terugbrengen.’’ In landbouwgebied betekent dat bijvoorbeeld dat stro een belangrijk bouwmateriaal is om de muren mee op te bouwen. ,,Terwijl je in het bos juist veel groener wilt werken met woningen die meer opgaan in de omgeving met groene muren en daken.’’

Met lokale materialen zette Bouwtuin al een paviljoen neer in Crailo bij Laren om aan te tonen dat de ideeën achter het concept ook in praktijk werken. Op de Dutch Design Week in Eindhoven ging de stichting vorig jaar nog een stap verder met geprefabriceerde panelen van riet uit de Weerribben. Komend jaar wil Bouwtuin verder met het ontwikkelen van een praktijkcasus.

,,Het is geen rocket science’’, zegt Smit over de bouw. ,,Het zijn technieken die we kennen. Materialen die er zijn. We proberen ook alles zo rauw en low tech mogelijk te verwerken. Met zo weinig mogelijk bewerking tussen grondstof en eindproduct.’’

Wat voor woningen willen we?

Doel is om voor een zo breed mogelijke groep mensen te bouwen. ,,We willen dit verder brengen dan alleen voor wie een villa kan betalen.’’ Al hoeft lokaal materiaal ook helemaal niet duurder te zijn. ,,In het geval van hout is kleinschalig verzaagd hout niet per se duurder dan een kuub hout bij de bouwmarkt.’’ Bovendien wijst Smit erop dat niet alles per se met nieuwe materialen hoeft te worden gebouwd. ,,Circulair bouwen houdt ook in dat we bestaande materialen hergebruiken..’’

Dat bouwen op deze manier niet de volledige vraag voor de komende jaren kan ondervangen, erkent Smit. ,,Maar het is goed om te laten zien dat deze opties er zijn.’’

Uiteindelijk gaat het erom dat iemand het aandurft om op deze manier te gaan werken. ,,Het is een kip-en-ei-verhaal. Wat voor woningen willen wij? Als we hiervoor kiezen, dan helpt het als mensen hun nek durven uit te steken.’’

En die eerste aanzet hoeft helemaal niet per se van de overheid of het bedrijfsleven te komen. Het kan ook de burger zijn die het openbreekt. Smit wijst op een voorbeeld in Nijmegen. ,,Daar kregen huurders de wooncorporatie zover dat ze een gebouw van stro neer gingen zetten. De aannemer die dat gedaan heeft, had nog nooit zoiets gebouwd. Maar na afloop was hij zo enthousiast dat hij eigenlijk niet meer op een andere manier wil werken.’’

,,Voor mij is dat echt een inspiratiebron’’, zegt Smit. ,,Het begint met enthousiasmeren en voorbeelden. Er moet een omslag komen in het denken over bouwen. Dat begint al bij wat we jongeren leren op de bouwopleidingen. Daar moeten we ze al enthousiast maken. Veel mensen zien wel dat het systeem totaal anders moet. Laten we gaan uitvinden hoe dat kan.’’

Boeren voor de Bouw

Mo Smit is een van de sprekers op het symposium Boeren voor de Bouw, dinsdag 22 november in het Biosintrum in Oosterwolde. Voor Friesland ziet ze genoeg kansen. ,,Het gaat erom dat de verschillende partijen in een regio elkaar weten te vinden. Het helpt als mensen zich met elkaar verbonden voelen. Ik denk dat dat er in Friesland al is en er zijn ook al mooie initiatieven met bijvoorbeeld vezelhennep en lisdodde.’’ Behalve van Smit zijn er ook presentaties van Bouwgroep Dijkstra Draisma en Greeninclusive, een producent van vezelhennep. Ook vertellen twee boeren hoe zij nu al voor de bouw telen. Daarnaast is er ruimte voor boeren en bedrijven om met elkaar in gesprek te gaan over mogelijke samenwerkingen. Boeren voor de Bouw wordt georganiseerd door Biosintrum, Circulair Friesland, Gemeente Leeuwarden en De Uitkijkers.