Het is altijd schipperen tussen sprinten en stayeren, Antoinette de Jong wil graag meer snel werk doen, maar weet dat de 3 kilometer daar onder lijdt

Antoinette Rijpma-De Jong is blij met haar eerste wereldbekergoud op de 1500 meter.

Antoinette Rijpma-De Jong is blij met haar eerste wereldbekergoud op de 1500 meter. Foto: ANP/Vincent Jannink

Antoinette Rijpma-De Jong houdt steeds meer van de middellange afstanden, maar blijft ook verliefd op allrounden. Dat is soms schipperen, want meer op snelheid trainen gaat ten koste van de 3 kilometer. En andersom. ,,It is in ivige striid.’’

De gebalde vuisten, de brede lach op het gezicht. De winst op de 1500 meter betekende zaterdagmiddag veel voor Antoinette Rijpma-De Jong. Het was haar eerste wereldbekerzege ooit op de schaatsmijl. ,,Einlings bin ik in kear sneller as Miho’’, zei ze trots, toen de schaatsen weer in haar rugzak zaten.

Miho is Miho Takagi, de Japanse olympisch kampioen. ,,Moai om sa’n grutte rider te ferslaan’’, zei Rijpma-De Jong. ,,It wie genietsjen.’’

Steeds vaker lukt het De Jong op de 1500 meter, de afstand waar ze in het verleden een haat-liefde-verhouding mee had. Steeds vaker valt het kwartje de kant van de liefde op. Zaterdagmiddag was de liefde in Thialf intens. Een dag eerder flirtte Rijpma-De Jong ook al met het podium op de 1000 meter.

Een echte sprinter is de 27-jarige Rottumse niet. Zal ze ook nooit worden. Ze heeft simpelweg niet de sprintvezels die haar zusje Michelle wel heeft. Maar op een goede dag kan ze ook op de kilometer met de besten mee. De vierde plaats van vrijdag zei voldoende. ,,Mar dat bliuwt myn bonusôfstân.’’

Dilemma’s

Dat is de 1500 meter niet meer. Rijpma-De Jong was voorheen een schaatsster die vooral op de 3 kilometer het beste uit zichzelf kon halen. Ze werd er twee jaar geleden wereldkampioen op en grossierde in medailles op die afstand.

Op de 1500 meter voelt ze zich sinds vorig seizoen ook prinsheerlijk. Soms zorgt het voor dilemma’s. Rijpma-De Jong rijdt veel afstanden en wil alles goed doen. Na het winnen van de 1500 meter was de achtste plaats op de 3 kilometer van zondag niet wat ze wilde. Maar het ene gaat soms ten koste van het ander.

Haar coach Jac Orie wijst haar daar vaak op. Nog meer sprintwerk in het trainingsprogramma betekent dat ze inlevert op de 3 kilometer. En ook op het allrounden, want in januari wil Rijpma-De Jong in Hamar ook haar Europese allroundtitel prolongeren.

Eeuwige strijd

Ze traint met de allrounders van Jumbo-Visma. De pure sprintster in haar ploeg is Jutta Leerdam (goud op de kilometer en brons op de 500 meter), maar daar rijdt ze niet achter. Soms mist Rijpma-De Jong zo’n snelle tempomaker voor zich in trainingen. Maar ze kent ook de consequenties. ,,It is in hiel oare technyk. Op de 3 kilometer kin dy sprintershâlding net.’’

Doseren dus, ook al wil ze het liefst alles rijden. ,,Ik moat de middenwei fine. De 1500 meter fyn ik hieltyd leuker, mar ik wol ek graach in goeie 3 kilometer ride. Al dy ôfstannen ride wolle, bliuwt in ivige striid.’’ Het is altijd schipperen tussen sprinten en stayeren voor iemand die allebei kan.

Zaterdag won ze de 1500 meter in 1.53,73. Alleen Takagi kwam in de buurt (1.53,92). ,,Dat gat is te grut.’’ Die woorden kwamen uit de mond van Marijke Groenewoud. Weer pakte de 23-jarige Hallumse brons op de 1500 meter, maar de 1.54,64 moet en kan sneller. ,,As it goed is, bart dat yn maart.’’

Sprinttrein dendert naar goud

Schipperen tussen lange afstanden en sprinten hoeven Femke Kok, Marrit Fledderus en Michelle de Jong niet. Zij houden het bij de 500 en 1000 meter. Met als fijn extraatje de teamsprint. ,,Super moai dat we dit mei ús trijen dwaan meie’’, zei Kok. ,,We traine elke dei mei elkoar.’’ De drie zijn ook vriendinnen. ,,Hiel bysûnder’’, vond ook Fledderus.

Het was voor die laatste zaterdagmiddag extra speciaal, want met haar ploegmaatjes won ze voor het eerst goud bij de World Cup. De drie reden als een geoliede sprinttrein naar de zege. ,,It helpt dat we altyd mei elkoar traine’’, zei de Sint Nykster.

De drie hopen dat het onderdeel ooit olympisch wordt. ,,Dy riders fan de lange ôfstannen hawwe noch de massastart en teampursuit en foar de sprinters is der neat’’, zei Kok.

‘Ik bin wat wurch’

Een dag later werd Fledderus vijfde op de 500 meter in een persoonlijk record (37,55). Ze troefde Kok net af (37,66). Ook Jutta Leerdam (brons in 37,51) was sneller dan de vrouw die de afgelopen seizoenen de snelste Nederlandse op de 500 meter was. ,,Dat docht wol sear fansels’’, zei Kok. ,,Mar konkurrinsje hâldt dy ek skerp.’’

Vorige week in Stavanger reed ze naar eigen zeggen een waardeloze race. ,,No sit ik bêst ticht by it poadium, dus eins bin ik wol tefreden.’’ Kok weet dat ze nog niet haar beoogde niveau aantikt. Zorgen maakt ze zich niet. ,,We hawwe nei it kwalifikaasjetoernoai ek hurd traind en ik bin wat wurch. Ik reitsje se noch net lekker.’’