Pas op voor het ravijnjaar, waarschuwen gemeenten. 'Je ziet het ongeluk zich in slow motion voltrekken'

Twee wandelaars kijken naar een klif (Mount Baker, 1919).

Twee wandelaars kijken naar een klif (Mount Baker, 1919). FOTO A.H. COX/WIKIMEDIA

Het jaar 2026 is omgedoopt tot ‘ravijnjaar’. In gemeenteland houden ze hun hart vast.

Hoera, we gaan flink meer verdienen! Een deel van het geld dat de landelijke overheid nu afroomt van je salaris, mag je over een aantal jaar gewoon in eigen zak houden. Ons loonstrookje gaat groeien.

Maar helaas, voor niets gaat de zon op. Eenzelfde bedrag dat je nu afdraagt aan het Rijk, betaal je tegen die tijd direct aan je eigen gemeente. Dan niet via een inkomensheffing, maar via een zogeheten ingezetenenbelasting.

Ongeluk in slow motion

Nog nooit van gehoord? Dat is niet gek, want de plannen zijn uiterst onzeker. Toch lijkt de uitwerking nu al groot. Deels vooruitlopend op deze verschuiving binnen het belastingstelsel keert het Rijk vanaf 2026 minder geld uit aan de lokale overheid.

Zij moeten hun eigen boontjes doppen, is het idee. Maar hoe het Rijk zélf minder gaat heffen, blijft onuitgewerkt. Zolang dat zo is, kunnen gemeenten niet alvast méér gaan heffen, al was het maar omdat de vereiste wetgeving daarvoor ontbreekt.

En dus zitten gemeenten op hete kolen. Komend jaar stopt het Rijk nog 40 miljard euro in het Gemeentefonds, dat het bedrag verdeelt over alle gemeenten. In 2026 slinkt dat bedrag ineens naar 36 miljard euro en een oplossing - ook voor de jaren daarna - is niet in zicht.

De irritatie richting Den Haag groeit. „Het is nu eind 2022 en er staat nog geen pennenstreek op papier”, zegt een bezorgde Leo Pieter Stoel, die naast burgemeester van Ameland voorzitter is van het overleg van Friese wethouders van financiën.

„Je ziet het ongeluk zich in slow motion voltrekken”, zegt wethouder Hein Kuiken van Leeuwarden. „Er ligt nog niks op tafel en tijd wordt dan niet je vriend.” Volgens Kuiken is de landelijke overheid „zo langzamerhand onze meest onbetrouwbare partner geworden”.

Niet sexy genoeg

Kortom, het jaar 2026 hangt als een donkere wolk boven gemeentehuizen, al krijgt het tot nu toe weinig aandacht. Ondanks dat zo’n wijziging van het belastingstelsel grote gevolgen heeft voor ieders loonstrook en huishoudboekje.

Misschien komt het doordat Den Haag nog altijd geen invulling heeft gegeven aan de maatregelen. Zolang je niet weet waar je het over hebt, is het moeilijk praten. Afgelopen Prinsjesdag zou gemeenteland duidelijkheid krijgen, maar dat is opnieuw uitgesteld.

Misschien sneeuwt het ravijnjaar onder door alle andere problemen. Oorlog in Europa, coronanasleep, energiecrisis, enzovoorts. Of misschien is het doordat 2026 nét buiten de beoogde regeerperiode valt van het kabinet-Rutte III, dat niet over zijn graf heen wil regeren.

Hoe dan ook, om het probleem iets sexyer te maken, muntte de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG), de koepelorganisatie van alle gemeenten, begin dit jaar voor het eerst de term ‘ravijnjaar’.

Meerjarenbegroting

Sindsdien klinkt de term in vrijwel elke gemeenteraad, zeker dit najaar. Toen moesten alle gemeenteraden een meerjarenbegroting goedkeuren voor de jaren 2023 tot en met, jawel, 2026.

In De Fryske Marren dienden oppositiepartijen een amendement in met als titel ‘ravijnjaar’. Neem het jaar 2026 simpelweg niet mee in de meerjarenbegroting, was de opvallende oproep. Een meerderheid stemde tegen.

Het antwoord in Tytsjerksteradiel op de onzekere toekomst is een ‘behoedzaamheidsbuffer’. De pot, waar volgend jaar al 2,8 miljoen euro in zit, is aangelegd voor noodsituaties en bedoeld voor verenigingen, stichtingen en het bedrijfsleven.

Het naderende, financiële ravijn zorgt ervoor dat gemeenten de hand op de knip houden. Ze zijn voorzichtig om met grote plannen te komen, want elk project kan nog tientallen jaren doorwerken in de begroting.

„Grutte ynvestearrings kinne we no eins net dwaan. Do witst net wêr’st nei 2026 op útkomst”, zegt wethouder Tytsy Willemsma van Tytsjerksteradiel en tevens lid van de commissie financiën van de VNG.

Maar om nu al te zeggen dat er sporthallen of bibliotheken dicht moeten, daarvoor is het te vroeg, zegt wethouder Jouke Spoelstra van Achtkarspelen. „Mar ik ha wol tsjin de gemeenteried sein: no gjin hosannaferhalen hâlde. 2026 is pas it earste jier.”

Geen preventief toezicht

Ondanks dat sommige Friese gemeenten in 2026 een minnetje noteren, blijft de schade begrotingstechnisch binnen de perken. Geen enkele gemeente komt onder preventief financieel toezicht te staan van de Provinsje.

„Ik fyn it hiel knap hoe ‘t de gemeenten it rûn krigen hawwe”, zegt gedeputeerde Friso Douwstra. Hij kan het weten, want het is een taak van de provincie om alle gemeentebegrotingen in de gaten te houden.

Toch is het volgens hem kantje boord geweest. Op Prinsjesdag kwam er geen duidelijkheid, maar wel een eenmalige 1 miljard extra voor het Gemeentefonds om het ravijn in 2026 te dempen. Dit heeft voor sommige Friese gemeenten net het verschil gemaakt.

Provinciefonds

De provincie heeft het evenmin makkelijk, vertelt Douwstra. Hetzelfde verhaal dat voor de gemeenten geldt, geldt eveneens voor provincies. Ook zij moeten op termijn zelf inkomsten vergaren. Ook zij hebben nog geen houvast hoe ze dat moeten doen.

„Dat fyn ik nochal wat”, zegt de gedeputeerde, die zijn woorden zorgvuldig kiest. Zelf spreekt hij trouwens liever „gatjier” in plaats van „ravynjier”. „Dat fyn ik fan dy popy-jopytaal, dêr hâld ik net sa fan.”

Toch is de ergernis richting Den Haag er niet minder om. Wat steekt is de „folchoarderlikens”: het Rijk deelt minder uit nog voordat het zelf minder belasting heft. „Ik haw altyd leard datst earst dyn eigen hûs op oarder hawwe moatst, foardatst beknibbelst op in oar.”

Hij wijst onder meer op de toeslagenaffaire en de recente ophef rond de spaartaks. Het huidige belastingstelsel „doocht al jierren net”, zegt Douwstra. En het systeem is nu zo moeilijk, „der is hast gjinien dy’t it noch snapt”.

Zo bezien biedt een nieuw belastingstelsel kansen. Zeker omdat de provincie, behalve uit het Provinciefonds, vooral gefinancierd wordt door automobilisten. Een financiering die vanwege de elektrische auto en de komst van rekeningrijden onder druk staat.

Toch overheersen bij de gedeputeerde vooral zorgen. Neem de verkoop van Nuon-aandelen, die de provincie een aardige pot opleverde die Zeeland niet heeft. Heeft het Rijk daar oog voor bij een nieuwe herverdeling? Wat als zuinigheid bestraft wordt?

Appels en peren

De angst om appels met peren te vergelijken, leeft ook in gemeenten. Zeker in Achtkarspelen, waar Spoelstra nog een kater heeft van de herijking van het Gemeentefonds. „Doe waard sein: it wurdt dúdliker en transparanter. Mar it is noch hieltyd ûntrochsichtich.”

Zijn gemeente van kleine dorpen en houtwallen heeft nou eenmaal minder baat bij de zogeheten verruiming van het belastinggebied, denkt de wethouder. „It belestinggebiet yn bygelyks Amsterdam is hiel oars as yn Achtkarspelen.”

Amsterdam kan extra geld trekken uit toerisme of parkeren, maar Achtkarspelen kan dat niet. Blijft over een ingezetenenbelasting, een belasting opgelegd naar draagkracht en gezinssamenstelling. „Mar as de provinsje dat ek dwaan sil, krijst in plus-plus-effekt.”

Desondanks blijft een groot protest vanuit gemeenteland vooralsnog uit. „De pijn zit ‘m in de wijze waarop het uitgevoerd wordt. En dat is de grote onbekende natuurlijk”, verklaart burgemeester Stoel.

„We proberen nu een zo goed mogelijk beeld te krijgen waar het Rijk aan denkt, om zo vroeg mogelijk aan te kunnen geven wat voor Friese gemeenten belangrijk is. Maar op dit moment is de info die we krijgen heel erg beperkt.”

In theorie zijn veel gemeenten zelfs vóór vergroting van hun belastinggebied. „Immers, je krijgt meer ruimte om zelf dingen te beslissen.” De VNG was er jarenlang pleitbezorger van, waarna het voorstel in 2021 in het huidige regeerakkoord belandde.

Bepalen betekent betalen

Bepalen betekent betalen , heet niet voor niets het invloedrijke rapport uit 2015, opgesteld onder leiding van oud-senator Alexander Rinnooy Kan. Daarin noemt hij de verschuiving van het belastinggebied naar gemeenten een versterking van de lokale democratie.

Het rapport wijst er verder op dat Nederland uniek is - in die zin dat lokale overheden hier relatief weinig belasting heffen. Een overheid die zelf belasting int voor eigen uitgaven, zou het geld bovendien efficiënter uitgeven.

En tot slot: als provincies en gemeenten méér belasting gaan heffen, moet het Rijk mínder heffen. Het is dan logisch om de inkomensbelasting te verlagen, waardoor werken meer loont, wat weer een slinger kan geven aan de economie.

Ook wethouder Kuiken van Leeuwarden vindt er „wel wat voor te zeggen”, zo’n nieuw belastingstelsel. „Wij hebben er niet voor gelobbyd, maar de theoretische grondslag kunnen we volgen en zelfs omarmen.”

Alle klokken gelijkzetten

Wethouder Erik de Groot van Harlingen ziet dat hetzelfde. Maar hoe het voor zijn gemeente ook uitpakt, Friesland moet gezamenlijk optrekken. „Dat hebben we ook gedaan met de herijking van het Gemeentefonds. Ondanks dat die voor ons juist positief uitpakte.”

Eén Friesland met achttien verschillende belastingvormen, dat wil per slot van rekening niemand, zegt gedeputeerde Douwsta. „As dit plan trochset wurdt, wolle wy wol dat wy as Fryslân alle klokken lyksette.”