Ongeduldige jeugd laat alles maar aanrukken: 'Oppassen met al die onrust in samenleving'

Alles moet nu! En alles kan ook ’nu’. Eten laat je binnen tien minuten bezorgen, trek je uit de muur of laat je door je autoraam naar binnen steken.

Alles moet nu! En alles kan ook ’nu’. Eten laat je binnen tien minuten bezorgen, trek je uit de muur of laat je door je autoraam naar binnen steken.

Zin in chips? Vijf minuten later worden ze bezorgd door de bezwete Gorilla-fietser. Nieuwe sneakers? Morgen bezorgt Zalando. En wee hun gebeente als dat ook maar een dagdeel later is, dan kraken we het bedrijf met een vernietigende recensie. Krijgt een ander zijn boodschap binnen vijf minuten bezorgd, dan willen wij dat ook.

„En als het dan tien minuutjes langer duurt, word je boos. Anoniem en dan zeg je meer dan wanneer je in een winkel iemand in de ogen kijkt”, zegt consumentenpsycholoog Patrick Wessels.

„Het is kip-ei”, antwoordt hij op de vraag of ons ongeduld geleid heeft tot een nieuwe haasteconomie. „Maar wel voornamelijk aanbod-gedreven, een gevolg van technische ontwikkelingen en logistiek. Als die snelle bezorging er niet was geweest, hadden we het niet gemist. Maar nu het er is wordt elke wens als de blikskater vervuld en nog vrij frictieloos ook.”

Vooral ouders klagen over hangpubers die op de bank alles wat in ze opkomt aan laten rukken. Wessels ziet daarin geen nieuws. „De generatie die niet klaagt over het gedrag van hun kinderen moet nog geboren worden. Kinderen doen dingen nou eenmaal anders dan hun ouders, en het kán, dus waarom niet.”

’Niets lijkt uitstel te verdienen’

Pedagoog en historisch onderwijsfilosoof Joop Berding schreef onder andere het boek ’Opvoeding en onderwijs tussen geduld en ongeduld’. Hij zocht naar de betekenis van geduld als deugd in een maatschappij met meer en meer haast. „Geduld was vroeger één van de klassieke deugden, net als voorzichtigheid, gematigdheid en moed. De heilige Lidwina van Schiedam bijvoorbeeld, verdroeg haar uitzichtloze lijden zonder klagen, omdat haar zo de hemel ten deel zou vallen. In veel godsdiensten en levensbeschouwingen, zoals het christendom, de islam en het boeddhisme, is ruim aandacht voor de deugd van het geduld.”

En dat is waar het in de actualiteit aan schort. „Of je nou naar de consumentenmarkt of de politiek kijkt, het lijkt of niets enig uitstel verdient. Elk probleem moet nú opgelost worden. Die versnelling werd eigenlijk al meer dan een eeuw geleden ingezet in transport en communicatie, met de trein en de telegrafie, en is nooit meer afgeremd of gestopt. Daar zit een goede kant aan, als de één in Amsterdam zit en de ander in Australië, dan kunnen we live met elkaar praten. In plaats van brieven die er maanden over deden of helemaal nooit aankwamen, is dat een verworvenheid en een zegen.”

Snelheid beloond

„Maar aan snelle communicatie en snel bestellen, zit ook een schaduwkant. Het voedt het ongeduld. De beschikbaarheid wordt aangejaagd, dat wordt wel de platformisering van de samenleving genoemd. De aandacht gaat meer uit naar snelheid dan naar inhoud en zeker in het onderwijs past dat niet. In leerprestaties wordt het accent verlegd, kinderen worden aangemoedigd gauw een opdracht af te werken, en daarvoor beloond: ’Goed zo, Jamie, jij zit weer als eerste in de kring’. Als het snel is, zal het goed zijn, denken kinderen dan. En dat is niet zo.”

Joop Berding nuanceert dat: „Nou moet ik ook niet moralistisch doorslaan. Van een aansporing om een beetje door te werken of snel de jas aan te trekken, wordt niemand slechter. Maar als dat de hele dag door tegen kinderen wordt gezegd, dan maakt het hen jachtig en gehaast en dat is geen goeie zaak. Er zijn altijd kinderen die meer tijd nodig hebben om de stof te beheersen of een opdracht rustig te bekijken. Met eenzijdig drammen op snelheid, lopen we het risico een hele categorie kinderen af te schrijven. We moeten oppassen met al die onrust in de samenleving. Veel kinderen groeien op in een beschikbaarheidseconomie, waar alles voor handen is, maar moeten later ondervinden dat dat niet altijd zo blijft.”

Puberisering

Oefenen in geduld, dat konden ze in het Oostblok, waar burgers uren in de rij stonden voor een schaars product, met het grote risico dat het uitverkocht was als zij aan de beurt waren. Niet te koop: geduld.

Cultuurtheoloog Frank G. Bosman meet het ongeduld van de tijd af aan de adventskalender, de opmaat naar kerst. „De mop is dat die bedoeld was om kleuters voor wie een uur al een eeuwigheid duurt, te helpen met dagen aftellen. Een oefening in geduld die wordt beloond met leuke plaatjes, soms met chocolaatjes. Nu zijn die kalenders er ook voor volwassenen, met achter elk luikje een speciaalbiertje of seksspeeltje. Het geduld-effect is totaal weg. Het is de puberisering van de samenleving, alles moet leuk zijn en wel nu. Mensen raken overprikkeld en hebben moeite met uitstel van de behoeftebevrediging.”

De tekst gaat verder onder de foto.

Bosman wijt het ook aan de secularisatie van de samenleving. „Het hiernamaals is afgeschaft, er is maar één leven, en daar moeten we het maximale uit halen. Na mij de zondvloed. Wil je weten wat ongeduld met een samenleving doet? Ik zou zeggen, ga eens in de spits op het Centraal Station van Utrecht staan, het chagrijn druipt van de gezichten af.”

Onverdraagzaamheid

Nou is wachten niet bepaald leuk, weet ook psycholoog Ammy van Bedaf, tevens laatlos-coach. „Gaat het verkeerslicht op groen en staat de automobilist voor je te treuzelen dan erger je je en ga je meteen toeteren. Dezelfde onverdraagzaamheid kan er zijn in een lange rij voor de kassa. In plaats van die focus op die eigen boosheid – want meer dan dat is het niet – kun je ook de afweging maken later terug te komen of gewoon te wachten.” Dagdroom intussen over een paradijselijk vakantieoord. „Een geduldig mens zoekt alternatieven in plaats van alleen met de eigen gemoedstoestand bezig te zijn.”

Ammy van Bedaf lacht: „Ergernis voelt altijd als zo reëel, zo logisch, zo waar… maar het is irreëel. Mijn boosheid naar een ander toe uiten is feitelijk geestelijke mishandeling, en dat zie ik toenemen in de samenleving. Als ik boos doe naar jou toe, kun jij je vervolgens weer afreageren op een ander, dat is een sneeuwbaleffect. Vriendelijkheid is gelukkig ook besmettelijk.”

Binnen twee minuten heb je een hamburger in de drive-in, duurt het een keer drie minuten, dan zit de autobestuurder zich al op te vreten van ergernis

Massapsycholoog Hans van de Sande wijst met een beschuldigende vinger naar de Amerikaanse versie van economie. „Tijd is geld, die slagzin wordt toegeschreven aan de Amerikaanse politicus en wetenschapper Benjamin Franklin (1706-1790). Oorspronkelijk ging die kreet over het bestrijden van luiheid, maar in de afgelopen zeventig jaar is die betekenis gruwelijk verminkt. Nu betekent het dat je geen tijd mag verspillen. Spullen die in het magazijn liggen zijn geen voorraad, zoals vroeger, nee, ze liggen in onze ogen te verstoffen, ze staan voor geldelijk verlies. Zuinig omgaan met tijd, dat bewustzijn is tot in de haarvaten van de maatschappij doorgesijpeld. Maar dat is niet eigen aan de mens, die voelt die drang van nature niet”, zegt Van de Sande. „En daarom hebben we veel geld over voor vakanties, die per definitie duur zijn en in feite staan voor tijd verspillen en stukgooien.”

Kroket uit de muur

Volgens de Groninger begon het hedendaagse ongeduld met ’uit de muur’ eten. „Trek op elk gewenst moment van de dag een kroketje uit het loketje. Als je vroeger zin in koffie had, moest je eerst bonen malen, water opzetten, nu is het hup, klaar met een druk op de knop. En de gewenning is enorm. Binnen twee minuten heb je een hamburger in de drive-in, duurt het een keer drie minuten, dan zit de autobestuurder zich al op te vreten van ergernis.”

Dit is de tijd van het grote ongeduld, met slechts één muisklik of appje zijn we verwijderd van alles wat we graag willen. En Jantje Ongeduld met zijn vliegende haast staat te stampvoeten als de pizzabezorger te laat is, ook al is dat maar vierenhalve minuut. Voer voor deskundigen dus. Over de deugd van het geduld en de infantilisering van de samenleving. Niet te koop: geduld.

Slowcooking

De tegenbeweging is er ook. „Half-intellectuelen die aan slowcooking doen of in een restaurant 17 exquise gangen van schuimhapjes genieten. Maar dat kan lang niet iedereen zich permitteren. Verspilling van tijd is sowieso luxe, en de tijdsdruk wordt steeds groter, de productie wordt opgevoerd. Computers zouden tijdbesparend zijn, maar voordat je zo’n programma doorhebt… Ach, dat is ouwemannengezeur.”

Hans van de Sande rondt het af. „Feit is dat haast nergens goed voor is. Bomen die snel groeien, wilgen, worden niet oud. Eiken groeien langzaam en worden eeuwelingen. Alles direct willen hebben wat je hartje begeert is kinderlijk gedrag. Het begint al bij een pasgeboren baby, die à la minute aan de borst wil en het anders op een krijsen zet. Een volwassene zou geduld moeten kunnen betrachten, uitstel moeten kunnen dulden, maar dat is niet meer zo. Goed beschouwd leven we met ons allen in een infantiele wereld.”