Top 10 paddenstoelen in de winter

Paddenstoelen zie je in de herfst in overvloed, maar wie denkt dat je die alleen in deze periode ziet heeft het mis. Ook in de winter spot je bijzondere paddenstoelen. Je moet alleen de tijd nemen om deze kleine (en grote) parels te vinden. De bekende ‘steelpaddenstoelen’ zoals de vliegenzwam of eekhoorntjesbrood zie je in de winter niet meer. Maar (dood)houtbewoners zoals korstzwammen en houtzwammen kom je nog wel tegen. Als je geluk hebt zie je soms ook nog eens een aardappelbovist uit de grond opduiken.

Waar vind je paddenstoelen in de winter?

Paddenstoelen vind je in de winter voornamelijk in bossen, parken en tuinen met dood hout. Daarom wordt er vaak bewust gekozen om dood hout te laten liggen en de natuur haar gang te laten gaan. Voor ons lijkt het dood, maar eigenlijk zit het vol leven. Veel insecten, vogels, dieren en schimmels maken hier dankbaar gebruik van. Vooral paddenstoelen zijn er gek op! Ze worden daarom ook wel de opruimers van de natuur genoemd, omdat zij natuurlijk materiaal afbreken. De stoffen die hierbij vrijkomen zijn weer bruikbaar voor andere bosbewoners. Win-win dus!

In de winter vind je deze ‘doodhoutbewoners’ volop in een aantal natuurgebieden van It Fryske Gea:

Eropuit-tip: In het Rysterbosk is er rondom de Wildtskuorre een paddenstoelenroute uitgezet vol met leuke opdrachten voor peuters.

Gedragsregels

Deze bijzondere verschijningen zijn natuurlijk super leuk om te ontdekken, maar ze plukken is niet toegestaan. Wil je jouw ontdekkingen thuis showen? Leg ze dan vast op beeld! In de winter kun je de volgende paddenstoelen vinden:

1. Het ‘gewone’ elfenbankje

Het elfenbankje is een zwam met prachtig gekleurde ringen die tot ieders verbeelding spreekt. In gedachten zie je de elfjes al dartelen op de zwam. Sprookjesachtig!

2. De berkenzwam

De berkenzwam groeit zowel op levende als dode bomen. Voor levende bomen betekent dit wel een langzame dood: de berkenzwam produceert giftige stoffen die het hout doen rotten. Deze zwam wordt daarom ook wel de berkendoder genoemd.

3. De gele trilzwam

De gele trilzwam groeit het hele jaar door en omdat de bomen in het bos geen bladeren meer hebben, valt de zwam extra op. Je kunt hem vaak vinden op dode takken van loofbomen, op de eik en op struiken. Een jonge trilzwam is altijd glanzend geeld tot knaloranje van kleur. Naarmate de zwam veroudert, wordt hij donkerder van kleur.

4. Het geweizwammetje

Een onmisbare schakel in de kringloop van een gezond en gevarieerd bos. Zijn naam heeft hij te danken aan de geweivormige uitsteeksels. De witte poeder aan de toppen bevatten sporen waaruit ongeslachtelijke voortplanting komt. Later worden ook in de zwarte stammetjes sporen gevormd waarmee hij zich geslachtelijk voortplant.

5. De aardappelbovist

Een aardappel waar je zeker geen puree van hoeft te maken! Deze onopvallende bovisten met hun licht geschubde aardappelschil zijn giftig. De hele aardappel is gevuld met bruine sporenmassa en stoot deze uit door een klein gaatje bovenin de zwam. Sta je er per ongeluk op, dan ploft de zwam een bruine wolk sporen uit.

6. Tonderzwam

De tonderzwam heeft de vorm van een paardenhoef en groeit meerdere jaren achter elkaar, in tegenstelling tot veel andere paddenstoelen. De zwam vormt hoeden van maximaal 50 centimeter tot een dikte van 30 centimeter. De bovenzijde is bedekt met een harde korst van een à twee millimeter dik.

7. Paarse korstzwam

De paarse korstzwam groeit graag op verse stronken en zwammen van loofbomen, maar leeft ook als parasiet op levende bomen en struiken. Het is een opvallende verschijning met een paarse bovenzijde en wit-roze behaarde randen.

8. Stekeltrilzwam

De stekeltrilzwam is goed herkenbaar aan zijn gelatineuze vruchtlichaam en aan zijn stekels aan de onderzijde. Het favoriete plekje van de zwam is op sterk vermolmde stronken en stammen van naaldbomen van de den of spar, op voedselarm zandgrond en in gemengde bossen en naaldbossen.

9. Gele korstzwam

De gele korstzwam heeft een waaiervorm met golvende hoedjes die vaak dakpansgewijs boven elkaar liggen. Ze groeien bij voorkeur op dood hout van eiken of beuken.

10. Waaierkorstzwam

De bovenzijde van de waaiervormige zwam is okergeel tot grijzig bruin met een lichte groeirand. De onderkant is vaak grijzig geel of okergeel en heeft geen poriën. Je ziet ze vaak op dood loofhout, takken en stammen van de els of wilg.

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies