Top 10 wintervogels en kijkhutten

Elk jaar maken vele vogels zich klaar voor de winter. Je hebt vogels die ons land verlaten om de kou te vermijden, hier blijven én juist naar Nederland trekken vanuit Scandinavië en Rusland omdat het hier minder koud is. Benieuwd welke opvallende vogels je in de winter bij It Fryske Gea kunt zien? Wij hebben een top 10 voor je samengesteld.

Ga snel naar zeearend, slechtvalk, blauwe kiekendief, roerdomp, aalscholver, smient, nonnetje, brandgans, kolgans, de kleine zwaan.

1. Zeearend

Een imposante en zeer grote roofvogel die lange tijd een zeldzame wintergast was. Tegenwoordig in toenemende aantal te zien in Nederland. Een volwassen zeearend heeft een witte staart, lichte kop en gele snavel. Juveniele vogels zijn donkerbruin met lichte vlekken op het lichaam, smalle lichte banen op de ondervleugels en grotendeels donkere snavel. Ze worden ook wel de ‘vliegende deur’ genoemd vanwege hun grote spanwijdte. Ze hebben een trage vliegslag, maar manoeuvreren veel beter dan je zou denken en bereiken zo een snelheid van 60 kilometer per uur.

De zeearend leeft graag op rustige plaatsen met vis- en watervogelrijke wetlands met grote en stevige nestbomen. Loofbossen bij grote meren, delta’s met eilanden en moerasbossen. In de winter zoekt hij ook wel grote heide- en hoogveengebieden of uitgestrekte akkers op. Als je een beetje geluk hebt kun je de zeearend spotten in deze gebieden van It Fryske Gea:

2. Slechtvalk

In de winter trekken er veel slechtvalken naar Nederland vanuit Scandinavië en Duitsland om hier te overwinteren. De grote valk is een krachtige jager in open land die lange, snelle stootduiken van meer dan 200 kilometer per uur kan maken. Je herkent hem aan zijn zware borst, spitse vleugels, vrij brede basis en tamelijk korte staart. Volwassen vogels zijn licht van onder, met een zwarte kopkap en baardstreep. De bovenzijde is blauwgrijs. Jonge vogels zijn bruin van boven en bruin gestreept van onderen.

In broedtijden vind je ze vaak op kliffen en op bergwanden, in nissen en op richels. Ook is hij gek op gebouwen in steden en hoogspanningsmasten in open boerenlanden. Van oude nesten van roofvogels en kraaien maakt hij ook dankbaar gebruik. In de winter kun je de slechtvalk spotten in open landschappen, boerenlanden en bij uiterwaarden op kwelders. Hun favoriete plekjes in de winter bij It Fryske Gea zijn in:

3. Blauwe kiekendief

De blauwe kiekendieven komen in de winter uit Scandinavië naar Nederland. In open landschap jagen ze graag op kleine zoogdieren. De Friese Ijsselmeerkust is een geliefde plek voor ze op te jagen en te overwinteren winter. Je kunt ze spotten in het natuurgebied Mokkebank bij de twee vogelkijkhutten: de Wieldyk en de Mok. In het natuurgebied Bocht fan Molkwar laten ze zich ook graag zien. Hier kun je het beste naar Vogelkijkhut de Swan. In Makkumerwaarden kun je ze spotten vanuit vogelkijkhut De Ral. Mocht je geluk hebben, dan kun je ze ook nog zien in Noard-Fryslân Bûtendyks vanaf de bunker op het Noarderleech.

4. Roerdomp

De mysterieuze roerdomp laat zich vaak moeilijk zien, maar in de wintermaanden is de kans groter dat ze zich laten zien. Vooral als het een paar dagen achter elkaar vriest. Ze verlaten dan hun dekking en gaan overdag jagen. Het liefst op gemaaide rietlanden. Als je ze benadert verstijven ze in hun beroemde ‘paalhouding’. Ze imiteren een pol riet door stijf rechtop te blijven staan, zodat ze wegvallen in de achtergrond. Verder zijn het echte stand- en trekvogels, sommige blijven in Nederland, andere trekken weg. Ook zijn er roerdompen die in Noord- en Oost-Europa broeden en ‘s winters juist naar ons land komen.

In de winter laat de roerdomp zich in een aantal gebieden van It Fryske Gea zien. Zo kun je ze zien in natuurgebied Easterskar bij Vogelkijkhut Skiere Goes en in het natuurgebied Grutte Wielen bij vogelkijkhut It Set. Als je geluk hebt kun je ze ook zien vanaf de uitkijkheuvel in natuurgebied Grutte Wielen. Verder kun je ze zien in de Alde Feanen bij de vogelkijkhut Saiterpetten, maar die is alleen per boot bereikbaar.

5. Aalscholver

De aalscholver lijkt een zwarte vogel, maar feitelijk is het verenpak grotendeels diep bronsgroen. In het voorjaar kleuren ze op hun mooist en dit verdwijnt weer in de loop van het broedseizoen. Ze broeden in kolonies nabij grote wateren en veelal in bomen. In Nationaal Park de Alde Feanen hebben we een aalscholverkolonie zitten die je kunt zien vanuit de kijkhut in de Grutte Krite. Deze plek kun je alleen bereiken per boot of als je meevaart met onze excursieboot. Vogelkijkhutten Reid om ‘e Krite en de Jan Durkspolder zijn wel bereikbaar in dit gebied. Verder kun je ze ook zien in de Lendevallei aan de rand van Wolvega in de vogelkijkhut Catskieker.

6. Smient

Ze zitten soms met duizenden bij elkaar. De smienten zitten, dobberen en slapen graag op het water. Of ze zijn gezellig met elkaar aan het babbelen. Eigenlijk fluiten, waaraan ze hun bijnaam ‘fluiteenden’ te danken hebben. Vliegt er één op, dan vliegen ze allemaal mee. Overdag dobberen ze heerlijk op het water en tegen de avond dwarrelen ze op graslanden op zoek naar eten. Het zijn opvallende vogels die in de winter kleur geven aan de omgeving. Je kunt ze in de winter in veel gebieden van It Fryske Gea zien:

7. Nonnetje

Deze kleine eend zoekt in de winter graag het hoge noorden in ons land op. Het nonnetje is een bijzondere verschijning in de winter: het mannetje heeft een spierwit verenkleed met zwarte accenten. Ze broeden niet in Nederland, maar in de winter strijken grote getalen neer in het Ijsselmeergebied. Grote kans dat je ze in de winter kunt zien in Makkumerwaarden vanuit vogelkijkhut De Ral en bij kijkheuvel It Soal in Workumerwaard. Ook in het natuurgebied Nationaal Park de Alde Feanen kun je ze goed zien in de vogelkijkhutten bij de Jan Durkspolder en Saiterpetten.

8. Brandgans

Een compacte gans met een onmiskenbaar uiterlijk: de brandgans. Ze hebben een wit gezicht, zwarte snavel en wat zwart om de ogen. De onderkant van hun lichaam is wit met wat grijs op de flanken. De staartpunt, hals en begin van de romp zijn zwart. In de winter laten ze zich in grote getalen zien in Friesland. Voornamelijk in rivieren- en laagveengebieden. Soms ook wel in moerasbossen en rietkragen. In het broedseizoen zoeken ze graag nauwelijks begroeide eilanden op, zodat de jongen naar een voedselrijk gebied kunnen zwemmen zodra ze hiertoe in staat zijn.

In de winter zie je ze bij It Fryske Gea vaak in Warkumerbinnen- en Warkumerbûtenwaard. Hier kun je een kijkplateau vinden waar je de brandganzen goed kunt zien. Verder kun je ze zien in:

9. Kolgans

Een wintergast die veel voorkomt in Nederland: de kolgans. Zijn typische witte snavelbasis, roze snavel en dwarse zwarte vegen over zijn buik maken volwassen kolganzen makkelijk herkenbaar. Ze trekken vanuit Rusland en Scandinavië naar ons land om te overwinteren op voedselrijke graslanden in open gebieden. Bij It Fryske Gea kun je ze zien in de volgende gebieden:

10. De kleine zwaan

De laatste op de lijst, maar één die zeker niet mag ontbreken in de winter: de kleine zwaan. In vergelijking met de wilde zwaan heeft de kleine zwaan veel minder geel op zijn snavel, dat niet uitloopt in een punt. Hij is duidelijk kleiner en heeft een kortere nek. Jongen zijn blauwgrijs. Zodra de kleine zwanen in Nederland aankomen zoeken ze grote open wateren op. De Friese Ijsselmeerkust is een belangrijke pleisterplaats voor ze. In het natuurgebied Mokkebank kun je ze goed zien vanuit de vogelkijkhutten de Wieldyk en de Mok. In Bocht fan Molkwar bij Vogelkijkhut de Swan en in Makkumerwaarden bij vogelkijkhut de Ral in Koaiwaard.

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies