De agressie op het voetbalveld is ook tien jaar na de dood van grensrechter Richard Nieuwenhuizen nog volop gaande

Richard Nieuwenhuizen overleed aan de gevolgen van een vechtpartij op het voetbalveld.

Richard Nieuwenhuizen overleed aan de gevolgen van een vechtpartij op het voetbalveld. Foto: Faceboek

Tien jaar na de dood van Richard Nieuwenhuizen wijst zijn gezin op het gevaar van de toenemende agressie op de velden. Op dat gebied is maar weinig verbeterd.

Het is een litteken op het nationale voetbal, die decemberzondag precies tien jaar geleden. Voetbalvader Richard Nieuwenhuizen werd na afloop van de jeugdwedstrijd Buitenboys B3-Nieuw Sloten B1 als grensrechter van de thuisclub dermate mishandeld door tegenstanders en omstanders, dat hij als gevolg daarvan de volgende dag overleed. Een schok ging door het land.

De jongste zoon, de destijds vijftienjarige Mykel, was die zondagochtend als speler ooggetuige, probeerde zijn vader nog te beschermen. Tevergeefs.

Het drama dat de voetbalwereld schokte liet zijn sporen na bij het gezin van de voetbalvader. „Ik heb op de bodem gestaan, leefde van dag naar dag”, stelt Mykel tien jaar later. Maar hij krabbelde op. En hervond de afgelopen maanden zelfs weer plezier in voetbal. Broer Alain: „Waar hij vandaan komt: pa zal écht trots zijn op hem.”

Geweld op het voetbalveld

Richard Nieuwenhuizen – destijds 41 jaar – stond symbool voor de vrijwilliger, die onmisbare en onbetaalbare kracht in de sport. In het collectieve geheugen staat zijn naam – ongewild – synoniem voor geweld op het voetbalveld, met fatale afloop. Het dwong tot een periode van bezinning. Het daaropvolgende weekeinde lag de bal in het complete amateurvoetbal stil, tijdens het WK voor teams werd bij de openingswedstrijd in Japan een minuut stilte gehouden, oud-internationals kwamen naar Almere om te voetballen, internationale media stonden op de stoep, een stille tocht met duizenden mensen, ontelbare steunbetuigingen: de boodschap dat het zo niet langer kon, was tot ver hoor- en voelbaar. Maar bewustzijn en besef hadden tevens een houdbaarheidsdatum; al snel werden de eerste incidenten van buitensporig geweld weer gemeld bij de KNVB. En nog wekelijks loopt het her en der uit de hand.

Zittend in het Amsterdamse Sportcafé Zuid, gaat het gezin terug naar die dag en de jaren die volgden. Richards vrouw Xandra, zijn zoons Alain en Mykel, oudste zoon Jamie ontbreekt. Zij besloten, enige tijd na de dood van Richard, uit Almere te vertrekken en elders een nieuwe toekomst op te bouwen. Xandra: „Dit draag je je hele leven met je mee. Vaak wordt gezegd dat iets een plekje moet krijgen, maar er zijn geen plekjes voor vermoorde mensen.”

„Een collega merkte onlangs op dat ik wat sipjes was en vroeg waarom”, zegt Alain. „Die datum nadert en het is nu meer op de voorgrond dan de laatste jaren. Ik vertelde mijn collega over het verhaal van ’die grensrechter die toen…’Dan weet men meteen over welk voorval je het hebt. Doorgaans maakt men elders niet zo snel de koppeling en dat was wel een van de redenen waarom we na verloop van tijd uit Almere zijn gegaan. Daar was je immers steeds ’de zoon of vrouw van’, áltijd verbonden met die gebeurtenis.”

‘Kwetsbaarheid tonen mág’

Alain (27) is docent. „Ik heb het wel eens met leerlingen gedeeld, toen zij ook persoonlijke verhalen deelden. Kwetsbaarheid tonen mág in mijn klas. Dat schept een band. Je bent sowieso een voorbeeld voor leerlingen en studenten. Bij mij heeft dat door wat wij hebben meegemaakt een extra laag, op het gebied van met elkaar omgaan, omgaan met tegenslagen.” Maar hij loopt niet te koop met zijn achtergrond. „Ik ben trots op mijn vader en vindt dat mensen het verhaal móeten weten, omdat ze er lering uit kunnen trekken. Maar aan de andere kant wil je dat mensen eerst jou leren kennen als persoon en dán pas het verhaal achter jou.”

Mykel: „Niet alle collega’s kennen mijn achtergrond. In de eerste jaren nam ik op die decemberdag vrij, zodat ik op mezelf was en naar de plek kon gaan waar het is gebeurd. Dan bleef ik een tijdje op dat veld staan, om het weer even te voelen. De laatste twee keer ging ik aan het werk en brandde thuis een kaarsje voor mijn pa. Ik hoef niet meer naar die plek. Ik voetbal inmiddels ergens anders, daar waar niet iedereen mijn verhaal kent.” Xandra: „Dat heeft lang geduurd.” Mykel: „Na vijf jaar probeerde ik het, maar ik trok het niet. Omdat er iemand langs de zijlijn ontbrak… Deze zomer trokken mijn collega’s me mee. En het gaat goed.”

„Daar zijn we trots op”, zegt zijn moeder. „Want hij durfde niet meer. Er waren momenten de afgelopen jaren dat ik niet wist of hij het wel zou gaan redden.” Haar – getraumatiseerde – jongste telg knikt. Regelmatig gaan hun gedachten nog terug naar de ochtend toen alles nog goed was. Xandra: „Ze gingen naar ’de voetbal’, ik zwaaide hen uit en wenste ze veel plezier. Zoals altijd. Naderhand kwamen Richard en Mykel thuis, Richard zei dat hij een paracetamol nam en even ging liggen, om vervolgens terug te gaan naar de club, waar hij bij een andere wedstrijd ging kijken. Ik was bezig voor Sinterklaas, zag hem vluchtig en hij zei niets over wat er eerder die ochtend was gebeurd.”

Knokpartij

Mykel: „Het was een knokpartij. Misschien wilde pa het niet groter maken, door zijn trots.” Xandra: „Het voelde misschien als blamage, dat hij voor de ogen van zijn eigen zoon en andere kinderen was geschopt, gevallen en weer geschopt. Misschien wilde hij mij ook niet bang maken, want ik vond voetbal toen al vaak te agressief. En dat is het nog steeds.”

„Opeens kreeg ik van clubman Rob Mueller een belletje dat Richard naar het ziekenhuis werd gebracht… Hij was, als toeschouwer bij die andere wedstrijd, in elkaar gezakt.” Zoon Mykel werd naderhand verhoord in verband met de eerdere verwikkelingen en zag zijn vader pas toen plots bleek dat diens laatste uren hadden geslagen. „Ik heb hem niet meer kunnen spreken. Dat doet pijn.”

Herinneringen aan die shockerende minuten na afloop van de wedstrijd bleven ook aan hem kleven. „Ik heb die wedstrijd zó vaak afgespeeld. Op een gegeven moment wilde ik niet meer in dat moment blijven hangen, maar zo goed mogelijk door proberen te gaan met mijn leven. Door EMDR-therapie te ondergaan, kon ik het laten rusten. Soms praat ik er over, dat is ook goed voor mijn verwerking. Maar ik wil niet meer terug naar de hel. En ik neem mezelf niets kwalijk, heb gedaan wat ik kon doen. Misschien hadden we de wedstrijd moeten stoppen, maar dat hebben we niet gedaan, dat is ook niet fout. We zijn mensen.”

Mykel haalt een recent voorbeeld aan. „Bij één van onze wedstrijden hadden we een wat oudere scheidsrechter, die bij een twijfelsituatie riep: ’Sorry, jongens, ik heb het niet goed kunnen zien, de bal is voor de verdedigende partij’. En dat was voor iedereen oké. Zó kan het ook.”

Respect in het voetbal

Als kind was hij aanvankelijk een driftkikkertje op het veld. Xandra: „Destijds haalde ik – of de coach – hem van het veld af, maar sommige ouders vinden dat die grote mond moet kunnen, doen daar zelf ook aan mee.” Mykel: „Ik leerde om mijn volumeknop zachter te zetten, beslissingen – al dan niet terecht – te accepteren.” Maar acceptatie en verdraagzaamheid is nog steeds, op vele velden, ver te zoeken. „Na die dag zijn her en der borden geplaatst over respect in het voetbal, maar die zitten inmiddels vol met groen-alg en zo wordt er ook door de spelers mee omgegaan. Het is echter een maatschappelijk probleem.”

Xandra: „Mensen ontploffen in de winkel, op de weg, op sociale media, het gebeurt niet alleen op het voetbalveld. Jeugd ziet ook wat er op tv gebeurt. Zoals tijdens Ajax-PSV. Die spelers kun je toch een agressieregulatie-training geven?” Mykel schudt het hoofd: „Waarom gedragen ook profs zich zo?” Xandra: „Het is er na de dood van Richard echt niet beter op geworden.”

Voetbal nog steeds bol van geweld

Tien jaar na de schokkende dood van grensrechter Richard Nieuwenhuizen (41) is het amateurvoetbal nog altijd „zwanger van geweld.” Dat zegt Jan Dirk van der Zee, KNVB-directeur amateurvoetbal. In het seizoen 2011-2012, toen Nieuwenhuizen dodelijk werd mishandeld, legde de KNVB bij 751.397 wedstrijden 211 zware schorsingen op.

Het afgelopen amateurseizoen werd er 292 keer straf uitgedeeld, na 714.653 wedstrijden. „We maken ons zorgen dat áls er een incident plaatsheeft, er dikwijls sprake is van grof geweld, zware bedreigingen of ernstige discriminatie”, zegt Van der Zee. Hij doet een moreel appel op ouders en vestigt zijn hoop op „strakkere en nieuwe spelregels.”