De tijd van de grote volkskerken is voorbij. Mooi dat hier en daar een tijd van volkskerktuintjes aanbreekt | column Wim Beekman

Column Wim Beekman.

Column Wim Beekman.

Van horen zeggen: een Friese kerkenraad die graag ‘kerk met het dorp’ wil zijn, besluit een stuk grond naast het kerkgebouw gratis ter beschikking te stellen aan dorpsgenoten die graag een volkstuintje willen. Voorwaarde is dat zij 10 procent van de oogst aan de voedselbank geven. Iedereen blij.

Totdat iedere zondagmorgen een vrouw gewapend met tuingereedschap mee naar de kerk gaat met de kerkgangers. Niet om de dienst mee te maken, maar om haar tuintje aan de andere zijde van de kerkmuur te wieden.

Dat is sommige kerkgangers te gortig. ,,Moet dat nu op zondag? En nog wel tijdens de kerkdienst?” Dus gaat de voorzitter van de kerkenraad, met een hete aardappel in de broekzak, naar haar toe om hierover een gesprek aan te knopen.

,,Wij merken dat u iedere zondagmorgen juist tijdens de kerkdienst in uw tuintje hiernaast aan het werk bent.” Voordat hij de hete aardappel uit zijn broekzak tevoorschijn kan halen, neemt zij het over: ,,Jazeker, dat vind ik het mooiste moment van de week.

Terwijl ik in de luwte van de kerk mijn tuintje aan het schoffelen ben, hoor ik het orgel spelen. Ik ben gek op orgelmuziek. En wanneer jullie dan een van de psalmen uit mijn jeugd zingen, ben ik helemaal ontroerd. Het mooist vind ik de zegen aan het eind. Vertrouwde en bekende woorden die ik van A tot Z kan volgen. Dan ga ik getroost weer naar huis.”

De voorzitter van de kerkenraad is ontroerd door haar verhaal, en voelt de aardappel allengs afkoelen. Hij weet enkel nog te zeggen: ,,Mocht het op zondagmorgen een keer te slecht weer zijn om in uw tuin te werken, dan mag u gerust bij ons in de kerk plaatsnemen.”

Twee weken later regent het op zondagmorgen pijpenstelen, komt de vrouw zonder schoffel ter kerke, en gaat bescheiden in een verscholen hoekje van de kerk zitten. Na de dienst schiet zij de voorzitter nog even aan: ,,Dank u voor de uitnodiging hoor, het was prachtig.”

Mijn eerste gedachte bij dit verhaal: de tijd van de grote volkskerken is voorbij. Mooi dat hier en daar een tijd van volkskerktuintjes aanbreekt. En dat meer en meer kerkelijke gemeenten ‘kerk met het dorp’ willen zijn, het aan de mensen zelf overlaten een eigen keuze te maken, en er toch voor hen willen zijn.

Mijn tweede gedachte: misschien verschilt het geloof van wie zich aan de ene kant van de kerkmuur bevinden minder van het geloof van wie zich aan de andere kant van die muur bevinden dan wij altijd denken.

Reageren? Mail naar wim.beekman@lc.nl.