Strategie om het lerarentekort te bestrijden: onorthodoxe maatregelen

Minister Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs pleit in de Kamerbrief met de update over het lerarentekort voor een stevige aanpak. Hij spreekt van onorthodoxe maatregelen, het maken van politieke keuzes en het doorbreken van de taaiheid.

De minister heeft zijn huiswerk goed gedaan: hij heeft uitgebreid gesproken met leraren en goed naar hen geluisterd (pagina 3). En toch gaat er iets mis: de minister komt met het voorstel om een bonus te geven aan leraren die meer uren of volledig gaan werken. Op dit plan kwam veel kritiek. De werkdruk in het onderwijs is veel te hoog, omdat leraren veel gratis overuren moeten maken om alle werkzaamheden te kunnen verrichten. Parttime werken is bittere noodzaak om uitval te voorkomen. Een deel van de leraren werkt parttime om een opleiding te volgen of om tijd te besteden aan zorgtaken.

De minister schrijft dat stevige ingrepen nodig zijn om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Op deze punten zullen keuzes gemaakt moeten worden, ook om het aanzien van het vak te vergroten, maar de minister doet geen concrete voorstellen. Hopelijk zal hij die in de nabije toekomst wél doen.

Het lerarentekort heeft twee oorzaken: te veel leraren verlaten voortijdig het onderwijs en er komen te weinig nieuwe leraren bij. Om leraren te behouden voor het onderwijs en om meer nieuwe leraren aan het te trekken, moeten er vaste contracten voor grotere aanstellingen aangeboden worden en het daadwerkelijk aantal gewerkte uren moet betaald worden.

Leraren hebben meer tijd nodig om goed hun werk te kunnen doen. Het taakbeleid is een administratieve leugen: geen enkele leraar kan in de voorgerekende minuten zijn taken uitvoeren. Als klassen kleiner zijn, is er meer aandacht voor de leerlingen. Laat leraren geen tijd verspillen aan zinloze administratie, maar laat hen hoogwaardige lessen voorbereiden. Als de opslagfactor voor het voor- en nawerk verhoogd wordt en het aantal lessen per week verlaagd wordt (maximaal 20 lessen van 50 minuten in een fulltime aanstelling), wordt het weer veel aantrekkelijker om in het onderwijs te komen werken en er ook te blijven werken. Oudere leraren kunnen langer blijven doorwerken met speciale seniorenregelingen.

In de brief besteedt minister Wiersma ook aandacht aan andere zaken.

Leraren raden de minister aan niet te tornen aan de kwaliteit van de lerarenopleidingen. Onderwijs van hoog niveau is niet alleen belangrijk voor de leerlingen, maar het maakt ook het beroep van leraar juist aantrekkelijk. Niet iedereen is geschikt om leraar te worden: je moet over de juiste capaciteiten en diploma’s beschikken om voor de klas te mogen staan.

Het is van belang vast te houden aan het stelsel van bevoegdheden en de bevoegdheden niet op te rekken. Een leraar natuurkunde heeft niet dezelfde kennis en vaardigheden als een leraar scheikunde. Een oogarts mag ook geen tandheelkundige verrichtingen uitvoeren. Leraren kiezen uit liefde voor een vak voor het onderwijs. Het beroep van leraar wordt onaantrekkelijk als zij een vak moeten geven dat hen niet ligt.

Bij de juiste bevoegdheid hoort ook een passend salaris. BON pleit ervoor om de salarissen weer door de overheid te laten betalen. Te vaak verkiezen besturen onervaren of onbevoegde (en dus goedkope) krachten boven oudere ervaren (en dus dure) leraren. Leraren moeten weer op basis van hun bevoegdheid in een salarisschaal ingedeeld worden en door de overheid betaald worden. Dan komt er ook een einde aan de vriendjespolitiek en het gesjoemel met het toedelen van hogere salarisschalen door de schoolleiding.

Op de korte termijn zal het verlagen van het aantal te geven lessen weliswaar leiden tot een groter tekort, maar als het beroep door de verbeterde arbeidsomstandigheden aantrekkelijker wordt, zal de uitstroom snel minder worden en de belangstelling voor het onderwijs zal juist toenemen. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat leraren goede arbeidsomstandigheden hebben om hun werk te doen. Dat is pas goede (en gratis!) reclame voor het lerarenberoep.

Op de site van Beter Onderwijs Nederland staat een plan van aanpak voor de verbetering van het Nederlandse onderwijs.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter