Het scheelt nauwelijks, vaak maar een paar centen. De prijzen bij de tankstations in de grensstreek ontlopen elkaar nauwelijks op dit moment. Met een beetje geluk en afhankelijk van het brandstofmerk, kost een liter benzine pakweg 1,75 euro. Net over de grens in Duitsland en België misschien fractioneel iets minder. Maar rij je daarvoor om?

Diesel is deze maand ruim dertig cent goedkoper geworden en schommelt rond hetzelfde niveau als benzine. Het zijn prijzen van vlak voor het uitbreken van de Oekraïne-oorlog. „Toch nog redelijk hoog”, zegt Paul van Selms van UnitedConsumers. „En let wel, in deze brandstofprijzen is nog wel steeds de accijnsverlaging verdisconteerd van de overheid.”

Maar ze komen in de verste verte niet in de buurt van de piekmomenten, de absolute records van dit jaar: 2.50 euro voor Euro95 (8 juni) en 2.37 euro voor diesel (10 maart).

Lachen of huilen

Pomphouders in de grensregio worden met name dit jaar regelmatig heen en weer geworpen tussen gevoelens van hoop en wanhoop. „Het is lachen of huilen”, weet Van Selms. Nu zijn het eventjes goede tijden. Ze zien de klandizie vrijwel dagelijks toenemen. Van mensen voor wie het de moeite niet meer loont om de grens over te steken.

Hoe kan het dat de verschillen in de grensregio zo gering zijn? Feit is dat de Tankrabatt in Duitsland op 1 september is geëindigd. Heel even zochten Duitse tanktoeristen zelfs hun heil hier. In België is de accijns gekoppeld aan de brandstofprijs; hoe lager die is, des te minder korting.

In Nederland is tot eind dit jaar nog een accijnskorting van 21 procent van kracht. Verder is accijns normaliter gekoppeld aan de inflatiecorrectie. Het afschaffen van de korting in combinatie met een verhoging als gevolg van inflatie (16,8 procent) betekent wel dat de prijzen hier in het nieuwe jaar weer omhoog schieten.

Angst voor recessie

Waardoor zijn de brandstofprijzen nu dan zo gezakt? Een vat olie kost nu circa 90 dollar, aanzienlijk minder dan de 130 dollar in maart. De daling is deels het gevolg van de angst voor een recessie in Europa en mogelijk de VS. Een verzwakkende economie drukt de vraag naar olie en daarmee de prijs.

Verder is de euro ten opzichte van de dollar iets sterker geworden. Daarnaast is het in Europa nog relatief warm en is er dus minder vraag naar stookolie. En tenslotte speelt de energiebesparing een belangrijke rol in de dalende oliebehoefte.

Rust

Van Selms zegt blij te zijn met de relatieve rust in de markt. Zijn de peperdure brandstoftijden dan voorbij? „We moeten zeker niet te vroeg juichen. Ook Iran is een grote speler op de oliemarkt. Mogelijk wordt dat land gesanctioneerd vanwege zijn bijdrage aan de oorlog. Ook de oorlog zelf is vermoedelijk niet snel voorbij. Wat als die verder escaleert? En aan welke knoppen draait de regering? Niets zo grillig als de overheid.”

Een langdurige normalisering cq stabilisering van de brandstofprijzen zit er volgens Van Selms niet in. Al zijn de huidige brandstofprijzen voor automobilisten en tankstationhouders in de grensregio toch een mooie meevaller in donkere dagen.