Waarom zijn we toch zo goed in het uitstellen van dingen die eigenlijk moeten? Er is gelukkig wel iets aan te doen

Foto: Shutterstock

Foto: Shutterstock

Iedereen heeft er in meer of mindere mate wel eens last van: uitstelgedrag. Waarom lukt het soms toch niet om je ergens toe te zetten dat af moet?

Soms is het de vuile vaat die staat te wachten tot je de motivatie vindt om hem ook daadwerkelijk te doen. Of het is die ene klus voor het werk die nog af moet voor je vakantie en waar je al twee weken eerder aan had kunnen beginnen. Of: ‘Morgen ga ik echt weer beginnen met sporten’, om dat vervolgens 365 dagen achter elkaar te herhalen. Oftewel: uitstelgedrag. Hoe kom je eraan en hoe kun je er iets aan doen? (Zonder dat weer uit te stellen natuurlijk).

Morgen

Naar uitstelgedrag zijn tal van internationale onderzoeken gedaan. Studies om erachter te komen hoe het toch komt dat veel mensen belangrijke zaken of beslissingen onnodig uitstellen of simpelweg vermijden. Een eenvoudig antwoord daarop is niet te geven, zo blijkt. Er zijn tientallen redenen waarom mensen zich niet kunnen zetten tot een bepaalde taak. Toch blijkt uit die onderzoeken ook dat er manieren zijn om daarmee om te gaan.

Voor een deel van de chronische uitstellers wint het kortetermijngeluk van nietsdoen het van de voldoening van het uitvoeren van de taak. Dat kortetermijngeluk kan hem zitten in het gevoel van nietsdoen, maar ook in constant afleiding zoeken, bijvoorbeeld op je telefoon. Het ene YouTube-filmpje is nog niet afgelopen of je drukt alweer op de suggestie voor het volgende filmpje. De tijd vliegt om en voor je het weet heeft de gedachte ‘ach, dat andere komt morgen wel’ zich al in je hoofd genesteld.

Een andere reden waarom mensen iets liever uitstellen dan dat ze het aanpakken? Stress. Die stress kan overigens twee kanten opwerken. Zo kun je enorm in de stress schieten van de gedachte iets te moeten doen wat je liever niet doet, waardoor je besluit om het zo lang mogelijk niet te doen. Tegelijkertijd leidt het zo lang mogelijk uitstellen tot een enorme hoeveelheid stress als de deadline in zicht komt en er uiteindelijk toch iets moet gebeuren. En dan is de tijd opeens wel erg kort.

Bedtijd

Een klusje kan als onplezierig worden ervaren en daarom reden zijn om er niet aan te beginnen. Bijvoorbeeld op je werk iemand moeten vertellen dat hij of zij het werk niet goed doet. Niet leuk om te doen en dus is de kans groot dat je ertegenaan blijft hikken en het maar voor je uit blijft schuiven. Niet verstandig, maar het gebeurt wel.

Tegelijkertijd worden plezierige dingen ook wel eens uitgesteld. Want al ben je aan het einde van een dag doodmoe, naar het verstandige stemmetje in je hoofd dat zegt dat je op tijd naar bed moet gaan, wordt regelmatig niet geluisterd. Terwijl uiteindelijk horizontaal gaan in bed de meeste mensen een prettig gevoel geeft. Vaak is tv-kijken of scrollen op je telefoon de reden voor de late bedtijd. Dat kan er weer toe leiden dat je ’s ochtends niet uitgeslapen bent, geen motivatie hebt om iets te doen en dus maar weer dingen voor je uit schuift.

Stapjes

Er zijn dus tal van redenen waarom je iets niet doet, terwijl je eigenlijk gelegenheid genoeg hebt om het wel te doen. Het goede nieuws is dat je er zelf ook iets aan kunt doen. Maar dat vergt wel wat denkwerk, zelfinzicht en uiteraard motivatie. Analyseer eerst wanneer je zaken uitstelt en waarom. Stel je dingen vooral in de ochtend uit of in de avond? Is het omdat je er stress van krijgt, iets niet leuk vindt om te doen of omdat je snel afgeleid bent door bijvoorbeeld je telefoon? Als je dat duidelijk hebt, dan kun je ook gaan kijken op welke manier je ermee om kunt gaan.

Een van de tips om jezelf uit die vicieuze cirkel van uitstelgedrag te halen is bijvoorbeeld door datgene wat je moet doen op te delen in kleine stapjes. Begin gewoon ergens aan, maar spreek met jezelf af dat je het maar voor eventjes doet. Moet je thuis aan de slag met een belangrijke opdracht voor het werk, maar kun je jezelf er niet toe zetten? Begin met vijf minuten werken en ga dan weer iets anders doen. Werk daarna bijvoorbeeld tien minuten. En na een pauze weer tien minuten. Op die manier doe je steeds een beetje meer en kom je vooruit.

Een andere tip: maak onaangename klusjes voor jezelf aangenaam. Geen zin in de afwas? Maak het gezelliger door lekker wat muziek te draaien terwijl je bezig bent in de keuken, of luister naar een podcast. In het verlengde daarvan: beloon jezelf als je een klein deel van je taak hebt gedaan of als je iets hebt afgekregen in de tijd die je jezelf had voorgenomen. Deze beloningen kunnen ervoor zorgen dat je motivatie om aan de slag te gaan uiteindelijk groeit. Het geeft je vervolgens ook een positiever gevoel over jezelf. Heb je het werk dat je moest doen op tijd af? Beloon je dan bijvoorbeeld met het kijken van een aflevering van je lievelingsserie op Netflix. Dit vergt wel discipline. Trap niet in de valkuil dat je jezelf alvast de beloning geeft, terwijl het werk nog moet gebeuren. Wat daarbij kan helpen is vrienden of collega’s inschakelen en hen regelmatig laten informeren naar je voortgang.

Omgeving

Een andere grote factor voor uitstelgedrag is de omgeving waarin iemand zit. Zo zal het huiswerk maken bij je zoon of dochter een stuk langzamer gaan als hij of zij de telefoon naast zich op het bureau heeft liggen. De voortdurende stroom aan Snapchat-, TikTok- en Instagramberichten bevordert de concentratie niet. Hetzelfde geldt overigens voor volwassenen. De meest logische oplossing is dan ook om je telefoon op een andere plek neer te leggen als je ergens mee aan de slag gaat. Want voor je het weet, ben je weer afgeleid en stel je je eigenlijke werk uit. Nu is het wegleggen van de telefoon voor sommigen misschien een stap te ver, maar zet hem anders op de vliegtuigstand. En dat geldt ook voor andere prikkels die je constant uit je concentratie halen. Haal ze weg of vermijd ze.

Vat vooral de koe bij de horens. Komt er iets op je pad dat je moet doen? Doe het dan meteen. Vooral met kleinere zaken doe je jezelf een plezier als je ze meteen oppakt. Geef de uitstelgedachte geen kans. En komt het vervolgens voor dat je het gevoel hebt even niet vooruit te komen, neem dan een pauze en doe iets anders. Ga bijvoorbeeld even die boodschappen doen die je anders ’s avonds had gedaan. Kom je weer thuis, dan kun je mogelijk ook weer vooruit met je oorspronkelijke klus.

Kortom, ben je zo’n chronische uitsteller? Werk dan in kleine stapjes, beloon jezelf als iets goed is gegaan en leg jezelf ook haalbare deadlines op.