Direct naar artikelinhoud
Het beste van 2022De vragen van Proust

‘Mijn therapeute zei altijd: je moet blijven vrijen’: 22 (eigen)wijze antwoorden op ‘De vragen van Proust’

‘Mijn therapeute zei altijd: je moet blijven vrijen’: 22 (eigen)wijze antwoorden op ‘De vragen van Proust’
Beeld RV

Meer dan 250 bekende Vlamingen beantwoordden inmiddels ‘De vragen van Proust’, gebaseerd op het vriendenboekje van schrijver Marcel Proust. Uit alle interviews van 2022 selecteerden wij 22 inzichten die uw blik op het leven kunnen veranderen.

en

‘Sterk staan en jezelf trouw blijven’
Antje De Boeck over de zoektocht naar zichzelf nadat ze zwaar ziek werd. Het volledige interview leest u hier.

“Te veel rekening houden met andere zienswijzen breekt mij zuur op. Ik vergeet mijzelf. En in hartzaken wreekt zich dat. Dus empathie en afwegen moet, maar tot op zekere hoogte. Je moet die grens goed bewaken. Zodat de ander niet te veel in je vaarwater komt, zodat je leert zien wie je zelf bent. Misschien tot je eigen scha en schande, maar dan besef je het tenminste en kun je daar ook weer mee omgaan.

“Ik heb te veel gewikt en gewogen, heb me te veel laten meeslepen en dat heeft schade aangericht. Dat durf ik echt te zeggen. Misschien nog het meest aan mezelf. Je moet sterk staan en jezelf trouw blijven en dat heb ik niet gedaan. Ik ben daar echt aan ten onder gegaan. Ik heb mijzelf ingesneeuwd. Mijzelf op den duur niet meer aan het woord gelaten. Tot ik uiteindelijk zwaar ziek ben geworden. Kanker. Of er een verband was, weet ik niet. Ik wil me niet verliezen in dat soort theorieën.”

Antje De Boeck.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Een minderwaardigheidscomplex proberen om te buigen’
Wat Zouzou Ben Chikha drijft, is gezien worden. Het volledige interview leest u hier.

“Ik ben niet op zoek naar succes. Bekend zijn interesseert mij niet. Maar ik hoop wel dat mensen iets hebben aan wat ik maak. Gezien worden, daar gaat het om. Ik beschouw mezelf ook binnen een groter geheel. Alles wat ik ooit geschreven heb, heeft daarmee te maken. Daarom kan ik mij goed associëren met de lgbtq+-gemeenschap en de Black Lives Matter-beweging. Zelfs met de wokebeweging. Omdat het eigenlijk een schreeuw is van: ‘Hallo, wij zijn hier ook en wij mogen ook deel uitmaken van jullie gemeenschap’. Onder dezelfde voorwaarden. Het gaat vooral daarover. Genegeerd worden of op neergekeken worden, dat draag je mee voor de rest van je leven.”

Zouzou Ben Chikha.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Ademen en leute maken’
Eddy Planckaert geniet graag van de eenvoud. Het volledige interview leest u hier.

“Ik zeg altijd tegen mezelf: ‘Ademen, Planckaert!’ Zuurstof binnenkrijgen, dat doet deugd. Maar goede zuurstof, hè. Niet in de stad. Op plekken waar je merkt dat de wereld eigenlijk wel goed ruikt. En leute maken. Als ik in gezelschap zit, wordt er binnen de twee minuten gelachen.”

Eddy Planckaert.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Op essentiële momenten komt je kern naar boven’
Toen zijn zoon op de intensive care lag, besefte Stef Bos dat het leven een geschenk is. Het volledige interview leest u hier.

“Onlangs heb ik iets meegemaakt dat ik nog niet had meegemaakt. Begin dit jaar raakten onze kinderen betrokken in een auto-ongeluk. Mijn schoonvader kreeg een acute hartstilstand en is een afgrond ingereden. Mijn schoonmoeder was op slag dood. Het leven van onze oudste hing aan een zijden draadje. Gedurende drie uur wist ik zeker dat hij er niet meer was. Daarna hebben we lang in onzekerheid geleefd of hij het wel zou halen.

“Dan kom je een ruimte in waarin je puur moet terugvallen op het kind in jezelf. Ik heb nog nooit zoveel emoties gevoeld. Achteraf denk ik dat het tijd werd. Je moet het noodlot interpreteren. Je mag het niet missen.

“Toen ik thuiskwam, voelde ik dat er iets wezenlijks veranderd was. Ik keek anders naar de dingen. Ik keek anders naar de bomen, anders naar de lente die begint. Met een ongelooflijk geluksgevoel dat hij er nog is.”

Stef Bos.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Stel je niet te nederig op’
Dominique Van Malder over hoe het voelt op de pechstrook van het leven. Het volledige interview leest u hier.

“Ik heb vaak het gevoel gehad dat ik aan de zijlijn stond. Ik was het dikkerdje en wij hadden niet veel centen. Om mij te weren op de speelplaats maakte ik daar grappen over. En dat viel in de smaak.

“Ik laat graag de littekens zien die verborgen zitten. Omdat ik weet hoe het is om te doen alsof er niets aan de hand is. Ik ging niet op de speelplaats staan om te zeggen dat we geen nieuwe schoenen konden kopen. Ik vond van alles uit. Dat zijn mechanismen die ik goed ken. Ik heb mijn jeugd bij elkaar moeten verzinnen. Dat is wat mij drijft. Speels in het hier en nu staan en iets proberen te vertellen over de mensen rondom ons. Mensen met kwetsuren een stem geven.”

Dominique Van Malder.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Hoe kort je ook leeft, het doet er wel toe’
Steven Van Gucht vindt vaak troost in de wetenschap. Het volledige interview leest u hier.

“Eigenlijk is de wetenschap een beetje mijn religie. De theorieën over ruimte en tijd die ontwikkeld zijn door Einstein en intussen verder zijn geëvolueerd, zeggen in feite dat je beide dimensies niet van elkaar kan loskoppelen. Verleden, heden en toekomst vormen één continuüm, waarbij tijd een punt in de ruimte is. De essentie daarvan is, en dat vind ik het mooie, dat het verleden nog altijd bestaat. Net zoals de Eiffeltoren in Parijs er nog altijd staat. Wij denken dat het verleden voorbij is en nooit meer terugkomt. Maar eigenlijk is dat punt er nog altijd. We kunnen er alleen niet naartoe reizen, net zoals we op dit moment niet naar Jupiter kunnen.

“Dat wil zeggen dat mijn moeder, die gestorven is in 2001 en die ik nooit meer terug zal zien, er eigenlijk nog altijd is. In dat bepaalde punt in de ruimte en tijd. Dat is pure fysica, hè. Dat is geen geloof, dat is geen religie. Ook al leef je kort, dat korte moment dat je leeft, doet er dus wel toe. Dat is voor de eeuwigheid. Dat vind ik een troostende gedachte.”

Steven Van Gucht.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Als je interesse wegvalt, blijft er niet veel meer over’
Wegkwijnen in een woon-zorgcentrum is de grootste angst van Wim Oosterlinck. Het volledige interview leest u hier.

“Ik heb van alles schrik, maar mijn grootste angst is dat ik mijn interesse zou verliezen. Telkens als ik iemand ga interviewen, denk ik: wat zou die te vertellen hebben? Ik ben enorm benieuwd en ben bang dat die interesse met ouder worden zou verdwijnen. Dat verschrikkelijke beeld van in een woon-zorgcentrum te zitten en gewoon te ontvangen wat op je afkomt. Ik denk dat ik nu zou zeggen dat het dan voor mij niet meer hoeft. Die drang om te weten: ‘Hoe doe jij dat?’, ‘Hoe zit dat in elkaar?’, ‘Hoe werkt dat?’, als die weg is, denk ik dat er van mij niet veel meer overblijft.

“Ik herinner mij mijn grootvader op zijn appartementje in Gent. Hij zat daar gewoon. De hele dag. ‘Het hoeft niet meer’, zei hij. Alles wat mij nu tot leven wekt, was bij hem verdwenen.”

Wim Oosterlinck.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Mensen zijn heel tegenstrijdige wezens’
Clara Cleymans vindt rust in romans. Het volledige interview leest u hier.

“Ik weiger mijn identiteit vast te leggen en maak graag nieuwe vrienden. Daarbij merk ik dat ik aangetrokken word door mensen die niet in de pas lopen. Ik vind burgerlijkheid, het concept van huisje, boompje, beestje, het ergste van het ergste. Heel akelig.

“Een nieuwe vriendschap is altijd een uitnodiging om te luisteren naar wat je in jezelf nog wil veranderen. Ik kan me ook makkelijk verplaatsen in de ander. En dat komt door te lezen. ‘In plaats van zelfhulpboeken lees je beter romans’, is een quote die mij is bijgebleven. Zelfhulpboeken creëren immers de illusie dat je jezelf kan veranderen, terwijl je in romans de rust vindt dat het leven complex is en mensen domme dingen doen. Wij zijn heel tegenstrijdige wezens. Als er in een verhaal ergens een zware contradictie zit, denk ik altijd: ‘Dit is de waarheid’. Ik denk dat de waarheid altijd contradictorisch is. Vandaar dat ik mij flexibel opstel. Dit is natuurlijk mijn mooiste eigenschap die ik opnoem.”

Clara Cleymans.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Stop het verleden niet in een doosje’
Roos Van Acker merkt dat ze al jarenlang zichzelf wegcijfert. Het volledige interview leest u hier.

“Ik vind het leven moeilijk. Of beter: we maken het onszelf moeilijk. Het laatste wat mijn pa op zijn sterfbed tegen mij zei, was: ‘Och, Roos. Het is zo makkelijk.’ (lacht) Dan denk ik: verdomme toch! Dit is het enige waar we ons mee bezig moeten houden: relaties tot elkaar, in allerlei vormen en kleuren. Maar we maken het elkaar zo moeilijk, omdat we zo hard met onszelf bezig zijn. Waar we mee worstelen, wat we hebben meegemaakt, gooien we naar elkaar en geven we door aan onze eigen kinderen.

“Het helpt niet om het verleden in een doosje te steken en in de kast te stoppen. Je kan het mooi inpakken, maar het blijft in je verdere leven terugkeren. In relaties tot anderen. Tot je het aanpakt en er iets mee doet. Zo ga je vooruit en zo ga je écht leven.”

Roos Van Acker.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Begrijp samen met de grootste filosofen dat alles begint met kunst en cultuur’
Kurt Van Eeghem wordt woedend als hij ziet hoe met cultuur wordt omgegaan. Het volledige interview leest u hier.

“Zoals wij nu met cultuur omgaan in het algemeen, daarvan ga ik door het lint. Theaters verdwijnen. Waarom? Omdat het budget voor cultuur in de voorbije tien jaar zelfs niet aan de index is aangepast. Als ik mensen tegenkom die daar verantwoordelijkheid voor dragen, word ik woedend. Blijf alsjeblieft van die dingen af en begrijp samen met de grootste filosofen ter wereld, dat het daar begint. Bij kunst. Bij cultuur.

“Waarom hebben wij zulke slechte Pisa-scores? Omdat kinderen geen creatieve vakken meer krijgen. Ze kunnen niet meer assimileren. Je moet kinderen laten zingen, spelen met creativiteit. Dan gaan ze ook veel makkelijker met algebra en taal aan de slag. Als wij natuurlijk onze huizen gaan versmachten, letterlijk afbreken, dan weten we waar we naartoe gaan, hè.

“We zijn heel erg fout bezig en dat neem ik de huidige beleidsmensen bijzonder kwalijk. Zeker diegenen die het zo graag opnemen voor ‘onze eigen taal’, ‘ons eigen volk’. Zij helpen het naar de kloten. Dus ja, als ik door het lint ga is het voor zulke dingen. Het moet de moeite waard zijn.” (lacht)

Kurt Van Eeghem.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Een bankje is veel prettiger dan een kerkhof’
Lia Van Bekhoven liet ter nagedachtenis van haar man een bankje neerzetten langs de Theems. Het volledige interview leest u hier.

“Eén moment herinner ik mij nog toen Martin overleed. Dat was bij ons thuis, in de huiskamer, in de vroege ochtend. Het was heel mooi weer. Ik zette de tuindeur open. Ik weet dat de Kelten dat deden om de geest de vrijheid te geven uit het stervende lichaam te ontsnappen. Ik herinner me nog dat er toen een roodborstje op de tuintafel landde. Het keek naar binnen en keek mij recht aan. Op dat moment dacht ik: ‘Aan jou ga ik veel troost hebben.’ Ik ben niet sentimenteel, maar dat vond ik oprecht zo mooi. Dat was zo onverwacht.

“Ter nagedachtenis van mijn man heb ik een bankje laten neerzetten langs de Theems. Met de opmerking van een vriend over Martin erin gegraveerd: ‘Either he made me think or he made me laugh’. Ik zet daar weleens bloemen neer. Onlangs was ik er en weer kwam er zo’n roodborstje zitten. Dat biedt mij troost. Symbolisch vind ik dat.

“Het heeft lang geduurd voor dat bankje er stond. Ik heb er wel een jaar voor moeten vechten, want het is een speciale plek. Iedereen wil daar een bankje. (lacht) Voor mij is dat veel belangrijker dan een kerkhof. Daar ga ik toch nooit naartoe. Zo’n bankje is veel prettiger. Ik ontmoet er altijd mensen. Vrienden gaan er zitten en sturen me dan een selfie. Of iemand gooit er een fiets tegenaan en dan krijg ik daar weer een foto van. De Engelsen zijn heel toegankelijk, vind ik. Daarom woon ik hier zo graag. Ik vond het makkelijk om hier wortel te schieten.”

Lia Van Bekhoven.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Beslissen over het leven van een ander is een egoïstische daad’
Het verslag van de Club van Rome heeft Dirk Brossé destijds volledig door elkaar geschud. Het volledige interview leest u hier.

“Dat was ook meteen de allerdiepste crisis die ik persoonlijk heb doorgemaakt. Ik denk dat ik toen op mijn eigen spreekwoordelijke bodem zat. Ik heb dan ook hulp ingeroepen van professionele mensen. Ik zag het echt niet meer zitten. Ik had dat scenario al verschillende keren meegemaakt. Allemaal toffe vrouwen... Als er liefde en chemie is tussen twee mensen, is een kind de logische stap. Toch heb ik nee gezegd. Kort daarna, nadat ik was ingestort, had ik daar spijt van. Nu denk ik: ik heb toen de juiste beslissing genomen. Maar op het moment zelf was dat zeer moeilijk. ‘Wil ik een kind?’ is een van de meest fundamentele vragen die een mens zich kan stellen.

“Na het lezen van het boekje van de Club van Rome was het mij duidelijk dat ik geen behoefte heb om mij voort te planten. Beslissen over het leven van een ander vond en vind ik nog steeds een egoïstische daad.”

Dirk Brossé.Beeld Stefaan Temmerman

‘Je komt in de liefde heel vaak terecht bij mensen die echt niet bij jou passen’

Frank Vander linden gelooft niet in het idee van soulmates.
Het volledige interview leest u hier.

“Liefde is kiezen voor iemand. Wat op zich een banaal gegeven is. Want kiezen heeft iets arbitrairs. Je komt in de liefde eigenlijk heel vaak terecht bij mensen die echt niet bij jou passen, maar dat is oké. Ik vind het juist verrijkend om samen te zijn met iemand bij wie je eigenlijk niet past, omdat je daardoor zelf ook verandert. Dat idee van soulmates is mij volslagen onbekend. Ik vind dat ook niet nodig. Elke ziel is toch zo apart? Ik vind bijna per definitie dat jij de ander niet begrijpt en de ander jou niet begrijpt. Als je met elkaar kunt praten is dat niet erg.

“Er zijn een aantal als waarheid vermomde clichés in verband met liefde. Bijvoorbeeld: ‘Alles begint bij zelfliefde.’ Dat vind ik echt zever. Waarom moet je van jezelf houden? Je kan jezelf respecteren en voor jezelf zorgen, maar van jezelf houden? Ik verwerp dat. Ik vind dat bijna de definitie van geestelijke ongezondheid, doorgedreven van jezelf houden. Dan zie ik een beeld van iemand die smakkend met een lepeltje uit zijn navel proeft. Dat vat het toch goed samen?”

Frank Vander linden.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Mannen worden te vaak als roofdieren gecast’
Volgens Griet Vandermassen wordt er te weinig rekening gehouden met de emoties en kwetsbaarheid van mannen. Het volledige interview leest u hier.

“Ik denk dat het heersende denkkader over gender te weinig ruimte laat voor mannen. Ik denk dat veel vrouwen in een bepaalde periode van hun leven hun seksualiteit inzetten om te checken in hoeverre mannen hen aantrekkelijk vinden, met andere woorden om hun gevoel van eigenwaarde op te krikken in een zoektocht naar zichzelf. Ik heb al vaak zien gebeuren dat vrouwen duidelijk proberen om de aandacht van een man te krijgen, niet omdat ze die man willen, maar voor zichzelf.

“Ik denk dat we er te weinig bij stilstaan dat dat voor mannen wél pijnlijk kan zijn. En dat veel mannen dat meemaken. Vrouwen beseffen te weinig dat mannen ook slachtoffer kunnen zijn, omdat ze in het huidige discours vooral als roofdieren worden gecast. Ik denk niet dat dat goed is voor de dynamiek tussen mannen en vrouwen. Er is terecht veel aandacht voor vrouwelijke slachtoffers, maar er is te weinig reflectie naar mannen toe.”

Griet Vandermassen.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Be afraid and do it anyway’
Nele Bauwens geeft om de dood niet op. Het volledige interview leest u hier.

“Mijn motto is eigenlijk: ‘Be afraid and do it anyway.’ Soms kruip ik in een hoekje van de schrik en dan denk ik: cut the crap, godverdomme, ga er gewoon voor. En als het niet lukt, laat mij dan maar mislukken. Mogen we nog mislukken, ja?”

Nele Bauwens.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Laat je leeftijd geen spelletje met je spelen’
Ex-kolonel Roger Housen laat zich niet leiden door leeftijd. Het volledige interview leest u hier.

“Toen ik in de VS studeerde, een dikke 20 jaar geleden, heb ik het geboortehuis van Mark Twain bezocht, de schrijver van de verhalen die ik als kind graag las. Er hing een quote van hem die ik nooit vergeten ben: ‘Age is an issue of mind over matter. If you don’t mind, it doesn’t matter.’ Als leeftijd voor jou geen breekpunt is, geen constant aandachtspunt en als je vindt dat je leeftijd met jou geen spelletje hoeft te spelen over zijn rol, dan wordt hij grotendeels irrelevant. Dat wil niet zeggen dat ik ’s anderendaags niet stijf ben als ik een dag in de tuin heb gewerkt. (lacht)

“Je passeert een aantal mijlpalen, maar ik heb nooit gedacht: hoe jammer dat ik ouder word. Natuurlijk ook omdat ik het geluk heb om nooit iets aan de hand te hebben gehad. Ik ben nog nooit ziek geweest en heb elke dag kunnen sporten. En zolang je nieuwsgierig blijft, blijf je jong. Ik studeer, ik leer. De aard van het beestje. Dus leeftijd? Nee.”

Roger Housen.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Dans’
Raf Walschaerts vindt dansen de ultieme uiting van vrijheid. Het volledige interview leest u hier.

“Wat mij enorm ontroert zijn mensen die zich vrij voelen in hun lichaam. Mensen die afwijken van de norm door magerder of dikker te zijn en toch losgaan op de dansvloer, bijvoorbeeld. Dat is toch een soort van vrijheid die aanschouwelijk wordt. Je ziet iemand vrij zijn en denken: jullie kunnen allemaal mijn rug op. (lacht)

“Ik ben altijd een ongelooflijke danser geweest. Tot mijn 33ste dus. Tot het moment dat ik stopte met drinken. Sindsdien heb ik nooit meer gedanst. Zelfs op mijn eigen trouwfeest heb ik het maar twee minuten volgehouden. Dat is echt spijtig.”

Raf Walschaerts.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Huilen is bevrijdend’
Maud Vanhauwaert vond uit de kast komen minder moeilijk dan haar seksualiteit toegeven aan zichzelf. Het volledige interview leest u hier.

“Hoe ouder ik word, hoe meer ik huil. Ik vind dat bevrijdend. Ik heb heel lange tijd niet kunnen wenen. Zelfs toen mijn jeugdliefde zelfmoord pleegde, kon ik amper huilen. Op de een of andere manier zat daar een blokkade. Pas op mijn 23ste, bij het ontdekken van mijn eigen seksualiteit, kwamen allerlei emoties vrij. Ik voelde al van alles in mijn buik en mijn hart, maar het heeft lang geduurd voor ik daar zelf taal aan kon geven. Het voelde alsof de afstand tussen mijn hart en mijn tong oneindig was.”

Maud Vanhauwaert.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Stoppen met pleasen’
Als het kon zou Evy Gruyaert sneller de ontdekkingstocht naar zichzelf hebben ingezet. Het volledige interview leest u hier.

“Ik moest de schijnbaar lieve dochter, vriendin, leerling et cetera zijn. Daardoor was ik voortdurend bezig met wat anderen van mij verwachtten. Niemand kon iets op mij aanmerken, maar vanbinnen voelde ik een leegte. Ik durfde dat niet te tonen of uit te spreken, want ik dacht dat er iets mis was met mij. Ik had weinig voeling met wie ikzelf was, omdat ik zo gefocust was op de wereld rondom mij. Iedereen leek zich te amuseren met schijnbaar oppervlakkige dingen, maar voor mij werkte dat niet. Al van kinds af aan kreeg ik zware migraineaanvallen. Er zat precies een plank tussen mijn hoofd en mijn hart. Ik probeerde alles met mijn hoofd te vatten, om toch maar niet te moeten voelen. Maar dat gaat niet. Er moet een wisselwerking zijn.”

Evy Gruyaert.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Een klein en rustig leventje’
Jitske Van de Veire probeert uit het leven te halen wat erin zit, maar hoopt ooit wel een stapje terug te nemen. Het volledige interview leest u hier.

“Mijn grootste droom is om rust te vinden, op alle vlakken. Ooit droomde ik ervan om een zaak te runnen en om de wereld te veroveren. Dat ben ik nu aan het doen, en dat is leuk. Maar op een bepaald moment zou ik die drukte graag verruilen voor een klein en rustig leventje. Ik denk dan aan een hoeve in the middle of nowhere, waar ik samenwoon met mijn lief en mijn plusdochter. Wakker worden en denken: laat ik de eendjes eens gaan voederen. Dat lijkt me hemels.”

Jitske Van De Veire.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Leven als David Bowie’
Christophe Vekeman eert de ‘vluchtzucht’. Het volledige interview leest u hier.

“Een kenmerkende eigenschap van mezelf is wat ik zelf vluchtzucht noem. Mij niet neerleggen bij de alledaagse realiteit, proberen om de ordinaire werkelijkheid te ontstijgen. Proberen zoveel mogelijk te leven in een wereld van fantasie, fictie. Om het met Baudelaire te zeggen: anywhere out of the world. Ik wil vooral niet door de alledaagsheid worden gedicteerd.

“Ik loop ook niet hoog op met wat het echte leven wordt genoemd. Van kindsbeen af heb ik gedacht: weg met het echte leven! Een formulier invullen vind ik vernederend. Daarvoor dient literatuur voor mij, om als lezer uit je eigen leven te stappen, in het leven van iemand anders. Of om als schrijver een wereld te creëren die niet een op een met de wereld samenvalt waarin ik gedwongen ben te leven.

“Het vervelende aan het echte leven is dat het elke dag hetzelfde is en dat je elke dag jezelf moet zijn. Eigenlijk is dat een strontvervelende ambitie, want als je altijd jezelf bent, zit je altijd met jezelf opgescheept, met diegene die je van kindsbeen af bent moeten worden. Altijd diezelfde gedachten, altijd diezelfde smaak en meningen. Zo ben ik niet en zo probeer ik niet te zijn. Ik vind het ook prettig om heel tegenstrijdige dingen toe te laten, eerst dit te zeggen en een uur later dat.

“David Bowie is misschien het beste voorbeeld van iemand die zich niet bij zichzelf neerlegde. Op het ene album was hij Ziggy Stardust, op het andere Aladdin Sane, op het volgende The Thin White Duke, en ga zo maar door.”

Christophe Vekeman.Beeld © Stefaan Temmerman

‘Als je partner ziek is, neem tijd voor jezelf’
Sam Bettens over de moeilijkste periode in zijn leven toen zijn vrouw borstkanker had. Het volledige interview lees u hier.

“Het was niet alleen de schok van het woord, maar ook het dagelijkse omgaan met de ziekte. Mijn vrouw was redelijk down en ik moest alles draaiende houden. De kinderen waren negen jaar en werden niet ineens volwassen: ik moest voor hen blijven zorgen. Ik had geen uitlaatklep. Ik wilde zeker niet tegen mijn vrouw klagen en vrienden durfde ik niet via de telefoon lastig te vallen met de vraag of ik even mocht leeglopen.

“Mijn advies aan mensen die als partner kanker meemaken: neem tijd voor jezelf. Ik heb het niet over een week in een wellness gaan zitten, maar zorg dat je met iemand kunt praten. Een vriend, of waarom niet, een therapeut. Zolang je maar niet alleen bent.”

Sam Bettens.Beeld © Stefaan Temmerman