Skûtsjeman Raymond Dijkstra uit Grou moet 18 jaar 'zitten', maar heeft revolutionair toekomstplan voor het wedstrijdzeilen

Skûtsjeman Raymond Dijkstra werkt in de gevangenis aan een revolutionair toekomstplan voor het skûtsjewedstrijdzeilen.

Skûtsjeman Raymond Dijkstra werkt in de gevangenis aan een revolutionair toekomstplan voor het skûtsjewedstrijdzeilen. Foto: Niels de Vries

Een zeiltocht met een catamaran vol cocaïne maakte dat skûtsjeman Raymond Dijkstra achttien jaar achter de tralies belandde. De Grouster zit vast, maar zeilt in zijn hoofd naar buiten met een revolutionair toekomstplan voor het skûtsjewedstrijdzeilen. Het geeft hem houvast, uitzicht en een doel. ,,Fanút de finzenis wol ik in bydrage leverje oan de maatskippij.”

Zaterdag 30 juli. De Friese vlag wappert fier op de toren van de Sint Piter. Grou is volgelopen met vrolijk skûtsjevolk. De boorden van de Pikmar liggen volgepakt met bootjes en toeschouwers. De warme zomerse dag is de aftrap van het SKS-kampioenschap. Na twee coronazomers verplicht aan de wal, gaan de veertien wedstrijdskûtsjes eindelijk weer het water op voor een ouderwetse strijd om het Sulveren Skûtsje. Het gonst in de haven. ,,Wy kinne wer los, sile blinder.”

De drijvende bende krijgers kruist veertien dagen achtereen de degens op de Friese meren. In de openingswedstrijd zindert het aan boord van de Grousters. De dan regerend kampioensschipper Douwe Visser en zijn bemanning jagen hun razendsnelle schuit door De Tynje, over de Wide Ie en de Pikmar en laten na een bloedstollende race hun dorp juichen als ze de winst pakken op eigen water.

Ongeveer 88 kilometer verderop zit Raymond Dijkstra (31) die zaterdagmiddag binnen op zijn cel in de Penitentiaire Inrichting in Lelystad. Via live-televisiebeelden van Omrop Fryslân en het wedstrijdverslag van Gjalt en Geartsje op de radio, zeilen de skûtsjes zo de gevangenis in. Raymond zit in zijn eentje aan de buis gekluisterd en noteert in een kladblok op schoot nauwkeurig elke boeironding.

Voor het eerst in jaren ziet hij het SKS-kampioenschap. Sinds zijn gevangenschap in 2018 moest hij het doen met een telefoontje na de wedstrijd met een van zijn skûtsjematen van It doarp Grou. Nu kijkt hij live mee hoe ze het er van afbrengen. ,,Harstikke moai, ik haw elke minút genoaten”, zegt Raymond. Maar tegelijk: ,,Alles watst net witst, kinst ek net misse. No siet ik der hiel ticht by. It gemis is der dêrom no noch mear. It docht sear om se sa te sjen, it leafste wie ik oan board.”

Echte Grouster jonge

Zijn halve leven was Raymond namelijk hier aan boord. Van kinds af aan was hij betrokken bij het Grouster skûtsje. Zijn vader runde destijds het Theehuis aan de boorden van de Pikmar. Als de skûtsjefamilie neerstreek in Grou was dat bij de Dijkstra’s voor de deur. ,,De Meters en de Zwaga’s leinen altyd by ús. Us haven lei fol mei de float.”

Als ,,echte Grouster jonge” was Raymond altijd op het water te vinden. Na de scheiding van zijn ouders kwam hij vaak op de werf van Fedde van der Werf. ,,Hy wie en is echt in heitefiguer foar my.” Raymond hielp mee en werd overal voor ingezet. IJzerwerk, plamuren, onderwaterschepen schilderen. ,,Wat mar nedich wie.” Op zijn 16de werkte hij volop mee op de werf. ,,Doe waard dúdlik dat dit myn berop wurde soe. Dêr leit myn passy.”

Fedde van der Werf is betrokken bij de Kommisje (het bestuur) van het Grouster skûtsje dat ook op de werf lag. ,,As der wat dien wurde moast, wie ik der by belutsen. Giest der automatysk yn mei.”

Vanaf 2005 kwam Raymond aan boord, eerst als manusje van alles, als opstapper en met ‘ploechjesile’. Later werd hij officieel bemanningslid onder schipper Douwe Visser. Hij was de lierenman en betrokken bij technische zaken. ,,Wy wienen altyd oan it útfinen hoe’t it better en flugger koe.”

Riep de oude Joop Mink nog dat Grou zelfs met deuren van Halbertsma kampioen kon worden en dat Leeuwarden zeilde met een woonark; na de eeuwwisseling werden professionaliseren en innoveren de sleutelwoorden binnen de SKS. ,,Ast kampioen wurde wolst, moat alles kloppe. By Grou wienen wy dêr bot mei dwaande. Douwe is in hiele kundige en ferstannige man dy’t it syn minsken ek goed leare kin.”

Drie keer maakte Raymond mee dat Grou het Sulveren Skûtsje in de wacht sleepte. Toen ging hij van boord. Naar eigen zeggen omdat het niet langer te combineren was met zijn eigen bedrijf in cascobouw van aluminium boten. ,,Ik sylde foar Grou om’t it in ear is as Grouster. Mar ik bestege mear tiid oan it silen as oan myn bedriuw. Grou is myn alles. Ik koe gjin nee sizze tsjin it skûtsje.”

Van der Werf zegt dat de breuk ook ontstond omdat het soms wat schuurde aan boord, maar beaamt de tomeloze inzet van Raymond voor het skûtsje. ,,By nacht en ûntij, hy wie der.” Bovendien was hij een van de weinige bemanningsleden met technisch verstand van zaken. ,,Hy wie hiel hurd nedich.”

Aanhouding voelde als een verlossing

Als op vrijdag 17 augustus 2018 het Grouster skûtsje in een onwaarschijnlijk spannende finale op de Snitser Mar de titel voor de neus van Heerenveen wegkaapt, vaart Raymond met een Let (21) en een Est (48) op een catamaran ergens op de Atlantische Oceaan. Twaalf dagen later wordt het schip voor de Engelse kust bij Cornwall geënterd door douaniers. Aan boord ligt, verdeeld over compartimenten, 1400 kilo cocaïne verstopt. Volgens Engelse autoriteiten van uitzonderlijke pure kwaliteit, met een straatwaarde van 130 miljoen euro. Twee Britten van 64 en 59 jaar, die met een snelle boot klaar lagen om de drugs van de smokkelboot aan wal te brengen, worden eveneens opgepakt.

De dag van de aanhouding voelde als een verlossing, zegt Raymond. ,,Ik tocht: no bin ik yn goede hannen en komt de wierheid boppe tafel.”

Weken daarvoor ontmoette hij een ‘Rus’ in de Engelse haven waar hij voor zijn bedrijf aan het werk was. ,,Ik rekke oan de praat mei dy man oer syn boat dy’t ferboud waard dêr. Ik fertelde dat ik in dream hie om letter mei myn frou en bern in rûntsje te dwaan oer de wrâld mei in sylboat. Dy man bea my oan om mei him mei te farren fan Ingelân nei Portugal, yn twa wike tiid. Om ûnderfining op te dwaan.”

Raymond stemde in en zette later met de ‘Rus’ en een derde opvarende, koers vanuit Engeland naar het Zuiden. Eenmaal op de oceaan bleek dat niet Portugal maar Zuid-Amerika de bestemming zou worden. ,,Se ha my brûkt om it skip te silen. Komst op in momint datst yn de gaten hast dat it net klopt, mar kinst gjin kant op. Se ha my foar har karke spand.”

Als ze na anderhalve maand varen worden opgepakt, denkt hij dat het wel duidelijk is dat hij geen betrokkene is, maar erin is geluisd. ,,De advokaten seinen it komt wol goed, elk wie der ek fan oertsjûge. Mar yn Ingelân wurket it oars. Dêr giet it net om de wierheid mar oer hoe’tst de sjuery oertsjûgje kinst.”

Zeven maanden na de arrestatie wordt Raymond schuldig bevonden door de rechtbankjury in Bristol en veroordeeld tot 18 jaar celstraf voor zijn rol bij de grootschalige drugssmokkel. ,,Dan sakkest troch de grûn. Dit feroaret dyn hiele libben. Bist lilk, tinkst dat it suver giet, mar ik sit ûnterjochte fêst.”

De kansen grijpen met beide handen

Dik drie jaar zat hij opgesloten in vier verschillende Engelse gevangenissen. Daarna volgde uitlevering naar Nederland en sindsdien zit hij vast in Lelystad. ,,Ik bin sa bliid dat ik hjir bin. Tichter by myn famylje, ik kin my útdrukke yn myn eigen taal en ik kin goede stappen meitsje yn de ûntwikkeling fan mysels.”

Want dat is waar hij zich op focust: ontwikkeling. Er loopt nog een proces in hoger beroep, maar dat kan nog jaren duren. ,,Ik wurd der moedeleas fan. Mei mysels dwaande wêze, in doel ha, myn tiid goed benutte. Dêr stek ik leaver enerzjy yn.”

Als gevangene zit je in een kwetsbare hoek, zegt Raymond. ,,It ûntbrekt oan ûntwikkelingsmooglikheden.” Maar zo weet hij: ,,Asto in goed en realistysk plan hast, dan is de finzenis motivearre om dêr wat yn te betsjutten.” En die kansen grijpt hij met beide handen aan. Als een van de weinigen van de 600 gedetineerden stort hij zich vol overgave op zijn educatie. ,,Ik wol net stil stean bliuwe en allinne mar wat game, fuotbalje en omhingje op de ôfdieling. Ik sit dan wol fêst, mar ik wol mei myn takomst dwaande wêze en ik kin de maatskippij wat bringe.”

Samen met zijn mentor Yme, ook afkomstig uit Friesland, bedacht hij een plan met een doel waaraan hij kan werken. Voor Raymond was het direct helder: hij wilde zich toeleggen op de scheepsbouw. ,,Dêr leit myn passy, dêr wol ik ek yn fierder. Yn it ûntwerp en oplossingen betinke en ûntwikkelje.” De silerij zit in zijn lijf, skûtsjes laveren altijd door zijn hoofd. Dus komt de Grouster wetterjonge automatisch uit bij de oude platbodems.

Revolutionair toekomstplan

In zijn cel werkte hij maanden aan een revolutionair toekomstplan voor de traditionele zeilklasse. Want waar het aan ontbreekt is opleiding en ervaring van nieuwe bemanningsleden. Het vinden van goeie nieuwe aanwas is moeilijk in de skûtsjewereld. Nu wordt vaak geselecteerd op beschikbaarheid, enthousiasme en gezelligheid. Aan zeilervaring ontbreekt het de meesten. ,,Gjin meter syld, mar wol gesellich yn de ploech.”

Terwijl schippers op hoog niveau willen presteren, gaat er veel energie zitten in het opleiden van bemanning, weet Raymond. ,,Wylst dy eins in tafoeging wêze moat om boppe-oan te silen.” Zoals een voetbalcoach een selectie kan maken van de beste spelers op alle posities, zo moeten veel skûtsjeschippers vaak eerst nog het spel uitleggen aan nieuwe teamleden.

Daar zit een lek, stelt Raymond die kansen ziet voor een door hem bedachte nieuwe eenheidsklasse: de Super Skou Klasse. Waar de Formule 2, met kleinere, lichtere en goedkopere racewagens de kweekvijver is naar de F1, zo zou de Super Skou de opstap moeten vormen om uiteindelijk door te stromen naar het echte grote werk in de SKS of IFKS.

Bovendien zouden zeilers uit de andere wedstrijdklasses er platbodemervaring mee kunnen opdoen. ,,Want dy kinne wol sile. Mar in lyts boatsje as in 16kwadraat of in Valk is net in skûtsje yn it lyts. Skûtsjesilen is echt hiel oars. Dat moatst begripe, dat moatsto fiele.” Op de Super Skou leert toekomstige skûtsjebemanning tactisch en technisch zeilen, wedstrijdzeilen en ze ontwikkelen het gevoel voor platbodem.

Ook de troonopvolgers, de kinderen van de huidige schippers zouden er wedstrijdsmeters kunnen opdoen. ,,De soan fan Willem Zwaga, de bern fan Jappie Visser. Dy soene hiel geskikt wêze om yn dit trajekt te stappen. Dy moatte it aanst dwaan.” Idealiter zouden alle veertien skûtsjes een opleidingsschip onder hun vlag kunnen laten varen en om mee te doen in de nieuwe klasse, droomt Raymond hardop. ,,Foar sponsoring ek hiel ynteressant. Op skûtsjes mei gjin reklame, mar op dizze boaten wol.”

Opleidingsboot voor wedstrijdzeilers

Raymond is grondig te werk gegaan. Voor hij begon te tekenen heeft hij een enquête en een belronde gehouden onder schippers, bemanningsleden, masten- en zeilmakers. Met al die aspecten is hij begonnen met ontwerpen van een nieuwe schouw. Een allround-platbodempje dat als opleidingsboot kan dienen voor wedstrijdzeilers in aken en skûtsjes. Een trailerbaar, in serie gebouwd betaalbaar scheepje van 7 meter, geschikt voor drie personen. Gaffelgetuigd, met snelheid en hoogte en een traditionele romp.

Hij toont trots de handgetekende ontwerpen die hij met hulp van een maritiem architect heeft gemaakt. Via de Technische Universiteit Delft kreeg hij beschikking over lesstof en tekenprogramma’s. Mentor Yme regelde de juiste linialen, potloden en papier en een computer waarop hij met USB-sticks vanuit Delft videolessen van docenten kan kijken voor de studie Maritieme Techniek. Want over internet beschikt hij niet in gevangenschap. Bellen mag, gebeld worden kan niet.

Op zijn cel heeft hij een bureautje ingericht met teken- en meetspullen. Hier worden de scheepsmodellen die door zijn hoofd zeilen geboren op papier. De muren zijn beplakt met foto’s van het Grouster skûtsje, het winnende team met een stralende Raymond aan boord, een actiefoto met de G vol aan de wind. ,,Dit wie op it starteilân”, wijst Raymond naar een foto van Fedde van der Werf in kommisjetenue met schipperspet. Het inspireert en motiveert.

In de kast staan mappen en boeken die bedrijven hem stuurden met materialen en afmetingen. Met brieven vraagt hij om informatie of contact met specialisten en via vrienden uit de skûtsjewereld komt hij aan nummers van kenners die het goed vinden dat hij hen belt. ,,Ik stel my hiel kwetsber op.” Een jachtbouwarchitect bekijkt zijn opgestuurde tekeningen en geeft urenlang telefonisch feedback. ,,Ik krij safolle help en minsken ynvestearje tiid yn my, dat is hiel bysûnder.”

‘Hy is in foarbyld’

Wie nog altijd pal achter hem staat en voor hem door het vuur gaat is Fedde van der Werf. ,,It is in griis dat hy dêr sit”, zegt de Grouster. ,,Mar sa’t hy dêr dwaande is en betinkt en tekenet, en wat hy útwurket: dêr stean ik fersteld fan en ha ik in soad wurdearring en respekt foar. Hy is in foarbyld foar in oar.”

Als je in de gevangenis zit, gaan deuren dicht en loop je tegen muren op. Hij weet het. Wie zijn naam googelt stuit direct op een rij artikelen over zijn aanhouding en veroordeling. Achttien jaar voor Grouster wegens smokkel. Van SKS naar achttien jaar in Britse cel.

Sommige mensen kijken zwart-wit en keren hem de rug toe. Raymond snapt dat mensen terughoudend zijn omdat hij in gevangenschap zit. ,,Dy oar mar ik ek moat in drompel oer omdat ik hjir sit. Skamte. Wolst net ien lestich falle. Wêrom soenen minsken mei my yn see gean? Dochs leauwe se yn my. Dat fielt hiel goed.”

Zo kwam Chris Beuker op zijn pad. Een bekende naam in de klassieke scheeps- en jachtbouw, de Groninger is al 45 jaar actief als bouwer en ontwerper en heeft een makelaardij in Lemster Aken. Raymond belde hem op of hij zijn plan aan hem mocht presenteren. Beuker deed navraag in het skûtsjewereldje en kwam naar Lelystad.

,,God ja, elk mens heeft het voordeel van de twijfel en iedereen verdient een tweede kans. Ik dacht hij stopt er zoveel energie in en is er zo ontzettend mee bezig, ik wil er wel tijd instoppen. Zijn achtergrond als cascobouwer, als fanatiek bemanningslid, zijn gedrevenheid, dat stemt mij vrolijk. Nu proberen we samen het project van de grond te trekken”, vertelt Beuker voorafgaand aan de presentatie die Raymond in de gevangenis zal geven aan een gerenommeerd scheepsontwerper die hij warm heeft gemaakt voor het project. Zij willen mogelijk de Super Skou over nemen en verder ontwikkelen.

Gloeiend betoog

Op een dinsdag in november is het moment waar Raymond al nachten slecht van slaapt. Hij heeft alle ontwerptekeningen opgehangen in een vergaderruimte, een PowerPointpresentatie staat klaar. Er is koffie en Friese oranjekoek. Plaatsvervangend vestigingsdirecteur Aletta Woelk schuift aan. Yme is erbij, Chris Beuker en de mogelijke ontwikkelaar. Dan barst Raymond los in een gloeiend betoog over al zijn grootse skûtsjeplannen. De zeiltechnische termen stuiven over tafel. Over de fokkenval, rabanden, een losse broek, 16kwadraateffect, de hals, de bolling, een vlak tuig, profiel, reven en modellen erin stroppen.

De ontwerper stelt kritische vragen, maar ziet heel veel mogelijkheden in het concept. Een toezegging kan hij niet geven, maar verder praten kan zeker al maakt de gevangenschap van Raymond het wel ingewikkeld. Beuker weet de man uiteindelijk te overtuigen aan te haken. Samen gaan ze Raymond helpen met het professionaliseren van het ontwerp en het rekenwerk zodat de Super Skou daarna kan worden ontwikkeld. Begin volgend jaar worden de eerste definitieve schetsontwerpen gemaakt, zegt Beuker.

Voor Raymond voelt het als een overwinning. Alsof hij naar de glorie zeilt op eigen water. Zoals zijn skûtsje dat hartje zomer deed. Als een schipper die vertrouwen heeft op de goede wind en het zeil bijzet om het zeegat uit te varen. Zo verlegt Raymond zijn koers met een blik op de toekomst. Al is het voorlopig binnen de deuren, hij gaat op het zeil naar buiten.