Kees Huizinga bij zijn huis in Kischenzi.
Foto: Foto's Mannus van der Laan

Reis naar een land in ademnood. Op bezoek bij boer Kees Huizinga in Oekraïne | LC Longread

Verslaggever Mannus van der Laan zocht in Oekraïne boer Kees Huizinga op. Hij stak vanuit Roemenië te voet de grens over en doorkruiste het halve land. Nu de elektriciteit in Oekraïne om de haverklap uitvalt, is de wanhoop groter dan ooit.

EEN REPORTAGE OVER EEN LAND IN ADEMNOOD

In haar ouderwetse wintermantel staat de 84-jarige Elisabeth Gregorivna in de vrieskou te kleumen voor haar noodwoning. Het hagelwitte complex in Irpin is net opgeleverd. Het telt achthonderd eenheden. Bestemd voor een deel van de circa vijfduizend huishoudens in de stad die hun huis zijn kwijtgeraakt tijdens de gewelddadige Russische opmars in de weken na 24 februari. Ze vertelt dat ze in de kelder van haar woning zat toen die werd beschoten. Ze kon nog net vluchten. ,,Ik wist nog snel wat documenten bij elkaar te pakken. Die had ik al klaargelegd. De rest ben ik kwijt.’’

Mooi dat de barakken er staan, maar van een kijkje in haar kamer word je niet vrolijk. De steriele ruimte meet amper 2,5 bij 5 meter. Er staan twee stapelbedden in: een bed voor haarzelf en drie voor haar naaste familieleden. Ze wil een gegeven paard niet in de bek kijken. Maar ze constateert dat het vandaag amper 10 graden is in haar kamer. De echte winter moet nog komen. ,,De wanden zijn zo dik als een vinger.”

Door de problemen met de elektriciteit in Irpin zijn de noodwoningen nagenoeg onbewoonbaar. ,,Vandaag was er maar twee uur stroom”, zegt Gregorivna. De overige tijd is er geen licht, komt er geen water uit de kraan en is er geen verwarming, omdat de warmtepomp ook stroom nodig heeft.

 

Evenals Gregorivna staan veel bewoners van de noodwoningen buiten in groepjes met elkaar te kletsen. Samen proberen ze de moed erin te houden. Er is maar één gespreksonderwerp: hoe komen we de winter door?

Ook de ontheemde Valentin Sergeevitz ijsbeert. Hij was de eerste die na de succesvolle Oekraïense tegenaanval op de Russische tanks in Irpin met zijn mobieltje de straat opging. Hij werd een lokale beroemdheid. De beelden die hij schoot van de rokende brokstukken zijn miljoenen keren bekeken. Ze staan symbool voor de veerkracht van het Oekraïense leger.

We zijn nu tien maanden verder. De opmars van de Russen is tot staan gebracht, maar in het oosten en zuiden van het land wordt nog altijd een meedogenloze strijd gevoerd. Naar verluidt zijn er dagen dat er honderden doden vallen, zowel aan Russische als aan Oekraïense zijde.

Tot voor kort was er van de oorlog in de rest van het land niet zo veel te merken. Sinds de Russen het elektriciteitsnet met rakketten bestoken is dat veranderd. Ineens wordt het leven van alle Oekraïners op een vreselijke manier geraakt.

Dat geldt ook voor Kees Huizinga (47). De in Hellum geboren Groninger trok twintig jaar geleden ‘met alleen een rugzak’ naar Oekraïne. Samen met onder anderen zijn huidige zakenpartner Oksana Kryachko zette hij in Kischenzi, 200 kilometer ten zuiden van Kiev, een boerderij op. Inmiddels beslaat deze 16.000 hectare grond en verschaft het werk aan 350 arbeiders.

Huizinga is méér dan alleen een succesvol agrariër. Sinds de Russische invasie gaat hij ook de boer op om te pleiten voor de Oekraïense zaak. In het bijzonder voor de landbouw, de voornaamste levensbron van het land. Oekraïne is een grote exporteur van onder meer granen, maïs en zonnebloemolie. Vooral landen in Afrika en het Midden-Oosten hebben dat hard nodig.

Om de toevoer veilig te stellen, sprak Huizinga in Kiev met Rutte en Hoekstra, maakte hij zijn opwachting in talkshows en bezocht hij een maand geleden het Capitool in Washington. Daar sprak hij nog tien minuten met de Republikeinse senator Mitch McConnel. Hij heeft naar eigen zeggen de telefoonnummers van 180 politici en journalisten in binnen- en buitenland in zijn mobieltje opgeslagen. Voor zijn inspanningen werd hij onlangs onderscheiden met de internationale GFN Kleckner Global Farm Leader Award, van een organisatie die wereldwijd de stem van de boeren probeert te vertolken.

 

Hoog tijd dus om hem eens in Oekraïne op te zoeken, hoewel dat makkelijker gezegd is dan gedaan. Sinds de Russische inval is er geen luchtverkeer meer. Alle vliegvelden in het land zijn gesloten. Mensen die naar Oekraïne willen (vooral vluchtelingen die familie bezoeken) vliegen doorgaans naar Polen en reizen dan over land verder.

EEN MINDER DAN VOORSPOEDIGE REIS

Huizinga, die met enige regelmaat naar Emmen gaat om zijn uitgeweken vrouw Emmeke Vierhout en twee dochters te bezoeken, pakt meestal het vliegtuig van Dortmund naar het Roemeense Suceava en vice versa. Daar neemt hij een taxi naar de grens. Nadat hij die lopend is overgestoken, rijdt hij met zijn eigen auto naar huis, 500 kilometer verderop.

Ik besluit dezelfde route te nemen.

Dortmund Airport blijkt na aankomst geen doorsnee zaken- of vakantieluchthaven. Voor een zonbestemming aan de Spaanse costa’s of een trip naar Madrid of Rome ben je hier aan het verkeerde adres. Dortmund Airport, gelegen in de grootste stad van het Ruhrgebied, is vooral een arbeidsmigrantenluchthaven met bestemmingen in Duitsland, Oost-Europa en Turkije. Naar deze oorden biedt vliegmaatschappij Wizz Air spotgoedkope vluchten aan.

Vlak voor het inchecken raak ik in gesprek met de eerste Oekraïner op deze reis. Maryna Tielitsyna, moeder van een zoon van 15 en dochter van 17 jaar, woont sinds tweeënhalf jaar in Bochum. Daar werkt ze als psychiater. Ze is nu op weg naar haar ouderlijk huis in Chernivtsi om de erfenis van haar pas overleden moeder af te wikkelen.

Dat ze Duits spreekt zal ‘s middags goed van pas komen. De vliegreis verloopt namelijk minder voorspoedig dan gehoopt. De purser doet vlak voor aankomst in onverstaanbaar Engels met zwaar Roemeens accent een niet te volgen mededeling over de landing. Een van de weinige woorden die ik opvang is unfortunately .

Als we uit het vliegtuig stappen, blijkt wat dat inhoudt: we zijn wegens zware mist niet in Suceava maar in Cluj-Napoca geland, driehonderd kilometer verderop. Dankzij Maryna kom ik erachter dat we later op de dag met een bus naar Suceava gaan. Reistijd: minstens zeven uur dwars door het binnenland van Oost-Roemenië.

Extra vervelend is dat ik na de landing in Suceava zou worden opgehaald door Huizinga’s zakenpartner Oksana Kryachko (46). Dat gaat niet meer door, ze heeft andere verplichtingen. Ik zal de nacht moeten doorbrengen in Suceava, waar we een uur voor middernacht aankomen. In het hotel dat Maryna heeft geboekt kan ik ook een kamer krijgen voor de lieve som van 14 euro per nacht. Het etablissement in een buitenwijk van Suceava is van binnen gedecoreerd met een bonte uitdragerij van geweien, berenvellen en andere jachttrofeeën.

Vroeg in de ochtend stappen we in een taxi die ons naar de Roemeens/Oekraïense grens brengt. Lopend gaan we deze over. Er staan niet meer dan tien personenauto’s te wachten. Enkele voetgangers zien eruit als grensbewoners. Bovenop het grensgebouw van grijs beton zijn zwarte kraaien neergestreken die een onheilspellend geluid produceren.

 

Via een corridor passeren we zonder moeite de grens. Een half uur later zitten we in de taxi die Kryachko voor me heeft geregeld. Voordat we vertrekken acht chauffeur Micha het nodig de koelvloeistof bij te vullen. Hij spreekt geen buitenlandse taal. Toch weet ik hem te ontfutselen wat hij van Nederland weet: ‘fietsen, grachten en marihuana’, zegt hij.

Vlak na de grens passeren we een kilometerslange file van vrachtwagens die Oekraïne uit willen. Er staan ook Nederlandse tussen. De twee-, soms driebaansweg zit vol gaten. Op sommige tracés ligt nieuw, glad asfalt. De sneeuwblubber op de weg en de bij vlagen zware mist weerhouden Micha er niet van stevig het gaspedaal in te drukken. Een keer registreer ik in mijn ooghoek een snelheid van 157 kilometer per uur. Gelukkig zijn er niet veel tegenliggers en anders gaan die wel opzij.

Ik maak een blunder door te veronderstellen dat hij in een Opel Astra rijdt. Fout! Het is een Opel Insignia. ,, Big boy, big car! ’’, roept hij trots.

Het landschap waar we doorheen jakkeren varieert van vlak tot lichtglooiend. Aan weerszijden van de doorgaande weg staan vrijstaande huizen, sommige in vrolijke kleuren beschilderd. In steden passeren we veel haveloze, grauwe flats in Sovjetstijl, negen verdiepingen hoog. Op kruispunten verkopen armlastige ouderen fruit, groenten en andere etenswaar op de stoep.

Halverwege de rit stap ik alsnog over in de auto van Huizinga’s zakenpartner, 24 uur later dan gepland. Oksana Kryachko woont in een torenflat in de stad Tsjerkasy. ,,De laatste weken hebben we opeenvolgend drie uur stroom en drie uur niet. Mijn hele leven moet ik daarop aanpassen. Probleem is ook dat de lift het dan niet meer doet. Dan moet ik lopend via de trap naar mijn woning op de zeventiende verdieping. Dat is niet te doen. Daarom hebben we dringend een generator nodig.’’

 

Weldra rijden we op de vierbaanssnelweg tussen Kiev en Odessa. De laatste tien jaar is het wegennet in Oekraïne behoorlijk gemoderniseerd. De laatste kilometers naar de boerderij van Huizinga gaan over eindeloze, rechte zandwegen door een immens weids akkerland. Dit is Groningen in het kwadraat.

OP DE DAG DAT DE RUSSEN BINNENVIELEN

Kischenzi is een lintdorp in de provincie Tsjerkasy, op vijftig kilometer afstand van Uman. In de eerste dagen na de invasie speelden zich twee dramatische gebeurtenissen in dit stadje af. Een pubermeisje dat op straat fietste kwam bij een raketaanslag noodlottig om het leven. Verder werd het plaatselijke munitiedepot door de Russen gebombardeerd. De betonnen brokstukken vlogen 3 kilometer in de rondte, bomen knapten als luciferstokjes af. Het karkas van een uitgebrand benzinestation is de stille getuige van dit bombardement.

Kischenzi zelf is een rustig dorp met schamele bebouwing. Sommige huisjes zijn nog opgetrokken uit leem. De plaatselijke school, waar de twee dochters van Huizinga op zaten, ziet er goed onderhouden uit.

In de Sovjettijd werd er in Kischenzi evenals elders landbouw bedreven in een kolchoze , een communistisch opgezette boerderij. De grond en opbrengst werden gemeenschappelijk verdeeld. Op het uitgebreide erf van Huizinga met meerdere bijgebouwen was de ‘tractorbrigade’ van de kolchoze gestald. Zijn huis was de voormalige kantine. ,,De muren worden door stuc overeind gehouden’’, zegt hij.

Huizinga heeft op diverse plekken in en bij zijn boerderij generatoren geplaatst. Zo kan hij blijven werken en hoeft hij thuis niet in het donker te zitten. Als alle generatoren draaien, kost hem dat naar schatting tussen de 3500 en 4000 euro per dag aan diesel.

Voor de gelegenheid heeft hij vanavond drie andere Nederlanders en een Deen uitgenodigd die al tientallen jaren in Oekraïne werken. Onder hen zijn naaste compagnon Willem Janssen, die uien en wortels verbouwt, en Arno Klijbroek die onder meer tulpenbollen en industriële verwerkingslijnen voor groente importeert. Klijbroek schat het aantal Nederlandse expats dat langdurig in Oekraïne verblijft op ongeveer 150 personen. ,,Daar zit ook geen groei meer in, vlak voor de oorlog ook al niet.’’

Aan tafel zitten tevens Rodney en Mart, twee twintigers uit Zuidbroek en de Poolse Tomek uit Scheemda. Zij zijn de afgelopen week met de vrachtwagens van de firma Sprik Granen uit Zuidbroek vol generatoren en andere hulpgoederen naar Oekraïne gereden. Dat doen ze in opdracht van Stichting De Leeuw Kyiv, waarvoor ook Klijbroek en Huizinga’s partner Vierhout een functie vervullen. De initiatiefnemers kennen elkaar van de gelijknamige Nederlandse lagere school in Kiev, waar hun kinderen op zaten.

 

Later op de avond rijden de jongens terug naar Nederland met graan van Huizinga in de laadbak, zo worden de kosten gedrukt. Er is één onzekerheid: hoe lang staan ze voor de grens in de file? Geruchten gaan dat het weken kan duren. Maar Rodney en Mart laten de moed niet zakken. Ze speculeren erop dat bederfbare waren zoals graan voorrang krijgt op andere ladingen.

Het is voor de Nederlandse ondernemers na jaren van groei momenteel niet makkelijk om hun bedrijf in de benen te houden. Klijbroek heeft een flink deel van zijn handel zien wegvallen. Huizinga moet alle zeilen bijzetten om zijn oogst aan de man te brengen. Dankzij de graandeal tussen Rusland en Oekraïne heeft hij veel kunnen afzetten. De graandeal is weer met vier maanden verlengd. Huizinga is dus overgeleverd aan de grillen van Poetin, die de deal gebruikt als chantagemiddel.

Huizinga is de zoon van een huisarts uit Hellum en een boerendochter uit Finsterwolde. ,,Als kind was ik altijd te vinden op boerderijen. Na school, als vakantiewerk en als ik spijbelde om bieten of aardappelen te rooien.’’

Na het behalen van zijn vwo-diploma aan het Ommelander College in Appingedam ging hij landbouwtechniek studeren in Wageningen. Daar heeft hij acht jaar over gedaan. ,,Dat was hartstikke gezellig. Ik heb ook vijf jaar geroeid bij een studentenroeivereniging. Zeven tot tien keer trainen per week.’’

In Wageningen ontmoette hij zijn huidige vrouw Emmeke, die tropische landbouw studeerde. Op zijn 27ste besloot hij naar Oekraïne te gaan. ,,Ik had eind jaren negentig al stage gelopen in Rusland en later een poosje bij vrienden in Polen gewerkt. Dat was natuurlijk vreselijk interessant. Veel ruimte, grote percelen, dikke trekkers. Dat ik in Oekraïne ben beland, kwam doordat je hier destijds goedkoop kon beginnen. De helft van het land lag braak toen wij hier kwamen.’’

Op de dag dat de Russen Oekraïne binnenvielen, werd Huizinga verteerd door ‘angst en woede’, herinnert hij zich. ,,De raket die insloeg in het munitiedepot in Uman vloog over onze boerderij heen. Toevallig was Emmeke die dag op het vliegveld om naar Nederland te gaan. Ik hoorde van Arno dat het vliegveld werd gebombardeerd, dus heb Emmeke meteen gebeld dat ze als de sodemieter de luchthaven moest verlaten.’’

,,Even later hoorde ik de deuren in huis klapperen. Ik dacht dat de kinderen naar de wc gingen ofzo. Dat bleek niet zo. Ineens waren alle vogeltjes stil. Toen hoorde ik dat het depot was ontploft.’’

,,Emmeke reed inmiddels vanuit Kiev op de snelweg naar ons toe. Links en rechts zag ze lichtflitsen aan de hemel en raketten inslaan. Als ze een half uur later was weggegaan, had ze een eeuwigheid in de file gezeten voor de wegblokkades die in allerijl werden opgetrokken. De scholen gingen meteen dicht, je moest je kinderen vertellen dat het oorlog is. Dat gaf een raar gevoel.’’

,,Vervolgens ging ik met iedereen appen. Sommigen zeiden dat je moest blijven zitten, want als je rijdt loop je een groter risico om getroffen te worden. Uiteindelijk hebben we toch besloten dat Emmeke met de kinderen zou vertrekken. Ik heb een vliegapp voor navigatie. Daarop staan alle munitiedepots in Oekraïne. Daar mag je in een diameter van tien kilometer niet overheen vliegen. We hebben vrienden in Roemenië en daar is Emmeke met de kinderen naartoe gegaan. Ze hebben een route uitgestippeld waarop geen munitiedepots liggen. Achteraf maakte het allemaal niet uit. De kans dat je wordt geraakt door een raket is statistisch nihil.’’

 

Zelf is Huizinga nog een paar weken op zijn boerderij gebleven. ,,Naar mijn personeel toe kon ik het niet maken om te vertrekken. Toen was het ook nog totaal onzeker wat er verder ging gebeuren. Geruchten waren ook dat er lokale bandieten op pad waren.’’

De voorzitter van de landbouworganisatie in Uman adviseerde hem dat hij beter zijn biezen kon pakken. Vooral buitenlanders zouden gevaar lopen. ,,Toen ben ik maar gegaan. Met tegenzin.’’

VROEGER WILDE ZE NAAR NEDERLAND VERHUIZEN, NU NIET MEER

Hij is ongeveer drie weken in Nederland gebleven, bij zijn ouders in Hellum en bij Emmeke en hun kinderen die inmiddels in een huisje in Drenthe zaten. ,,Daarna ben ik teruggegaan.’’

In die beginperiode had hij veel slapeloze nachten over de toekomst van zijn bedrijf. ,,Ik sliep een paar uur per nacht. Onder drie dekens: ijskoud, maar wel zweten. Ik ben veel afgevallen. Na een week of drie, vier raak je eraan gewend.’’

Tijdens zijn verblijf in Nederland heeft hij met veel Nederlandse en Duitse politici en handelaars gesproken om hen ervan te overtuigen dat de oorlog een enorme impact op de wereldvoedselsituatie zou hebben. ,,Een handelaar zei dat er al paniek ontstaat als er door droogte 1 procent minder graan beschikbaar is, maar Oekraïne zorgt voor 10 procent van de wereldwijde export van granen en oliezaden. En voor meer dan 50 procent van zonnebloemolie. Hij zei: ‘Dat is niet te bevatten’. Gelukkig hadden wij zelf - op de maïs na - alles net verkocht.’’

Hoe nu verder? ,,De enige duurzame manier is dat de Russen het land uit gaan. Met westerse wapens en uitrusting moet het lukken om ze terug in het hok te jagen.’’

 

Zelf probeert hij een steentje bij te dragen door het Westen daartoe op te roepen. Dat hij daar een onderscheiding voor kreeg, zal hem worst wezen. ,,Ik ben niet zo van de medailles. Het is allemaal eigenbelang natuurlijk. Als Oekraïne niet overleeft, dan overleeft ons bedrijf niet. Maar het is ook liefde voor het land. Ik heb in mijn leven nergens zo lang gewoond als hier.’’

Dat zijn gezin nu gescheiden leeft, is geen gevolg van de oorlog. ,,Daarvoor was het al de bedoeling dat onze kinderen de middelbare school in Nederland zouden volgen. Het is wel een half jaar eerder gebeurd dan gepland. Ze zijn weggerukt uit hun vriendenkring. Daar hebben ze het moeilijk mee.’’

De volgende dag rijden we in zijn terreinwagen over de platgewalste lanen van zijn uitgestrekte landerijen. Het is alsof we in Amerika zijn. ,,Vroeger vond ik het geweldig om met deze wagen door het land te crossen’’, zegt hij met een glimlach.

 

In een van zijn loodsen ligt de lading generatoren en andere hulpgoederen (waaronder een serie bedden bestemd voor een ziekenhuis in Odessa) die Rodney, Mart en Marek hebben gebracht uit Nederland. Vandaag worden die in de werkplaats nagekeken. Vervolgens worden ze gedistribueerd naar plekken waar ze het meest nodig zijn in Oekraïne: ziekenhuizen, scholen, huisartsenposten, veldhospitalen, postkantoren, waterleidingbedrijven.

We nemen ook een kijkje bij zijn koeienstallen. Voor de tweeduizend melkkoeien heeft hij een melkcarrousel met tachtig plaatsen in bedrijf: de koeien worden op superefficiënte wijze gemolken. De mest wordt via een vernuftig ondergronds stelsel afgevoerd en gezuiverd.

Momenteel is er een nieuwe stal in aanbouw. Meteen na de invasie legde hij de bouw stil, daarna is hij weer doorgegaan. ,,We moeten vooruit. Niks doen is geen optie.’’

Huizinga blijft voortdurend innoveren. Hij heeft net zijn gasgestookte maïsdroger vervangen door een die brandt op houtsnippers. ,,Zo ben ik niet langer afhankelijk van Poetin. Het is ook veel goedkoper. Binnen één jaar had ik de investering er al uit.’’

We gaan ook nog even naar de loodsen waar hij en Willem Janssen uien en wortels hebben opgeslagen. In een hal vormen de 5 miljoen kilo uien een metersdikke laag. Huizinga haalt een Duits gezegde aan: ‘Een goede boer heeft een oogst op het veld staan, een oogst in de schuur liggen en een oogst op de bank’. Door de oorlog dreigt deze bedrijfsvoering voor veel boeren in Oekraïne ernstig verstoord te raken.

 

Met Klijbroek, die al sinds 1997 in Oekraïne verblijft, rijd ik de volgende dag naar Kiev. Hij vertelt dat hij sinds de Russische invasie meer betrokken is geraakt bij Oekraïne. ,, Oekraïne is een nog groter deel van onszelf dan het al was. Ik ben nog Oekraïenser geworden. Dat geldt ook voor mijn dochter. Vroeger verlangde ze er altijd naar om naar Nederland te verhuizen. Nu ineens niet meer.’’

DE VERWOESTE VOORSTEDEN VAN KIEV

Kiev blijkt een prachtige, imposante stad met eeuwenoude bebouwing. In het centrum rond Majdan Nezalezjnosti, het Onafhankelijkheidsplein waar in 2014 de protesten plaatsvonden, staan kolossale panden in Sovjetstijl. Het schijnt er minder druk te zijn dan voor de oorlog. Veel mensen zijn de stad ontvlucht. Van sommige winkels en restaurants hangen de rolgordijnen naar beneden, maar er zijn nog genoeg open. Veel bedrijven hebben een generator op de stoep staan. Alleen zo kunnen ze hun werk blijven doen, mocht de stroom onverwacht uitvallen.

Raketinslagen zijn er niet als ik er ben, dus ook geen mensen die een schuilplaats zoeken in de diep gelegen metrostations van de stad. Via Arno verneem ik dat veel Oekraïners een app hebben op hun mobieltje. Als er ergens luchtalarm is, krijgen ze dat te horen op de app. ,,Oekraïners zijn heel inventief.’’

’s Avonds gaan we Nederland-Argentinië kijken bij De Hollandse Herenclub in een kelderbar. Een groot woord voor Nederlandse expats die elkaar af en toe treffen. De opkomst is laag. Wel zijn oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen en NOS-correspondent Wessel de Jong van de partij. In het begin van de tweede helft gaat het beeldscherm ineens op zwart. We worden eruit gebonjourd: de avondklok wordt zo dadelijk van kracht.

De volgende dag troont Klijbroek me mee naar Boetsja, Irpin en Borodyanka. Drie noordelijke voorsteden van Kiev die in het begin van de oorlog het zwaarst zijn gebombardeerd. Aan weerszijden van de hoofdweg zien we kapotgeschoten flats en woningen. Het is ten hemel schreiend. Onder het loodgrijze wolkendek, waardoor de hele week geen zonnestraatje heen piept, oogt het nog mistroostiger.

De schade in Borodyanka is het grootst. De Russen hebben op afzichtelijke wijze wraak genomen op Oekraïners die hen vanuit de flats met molotovcocktails hebben bestookt. Ze hebben hele stukken flats weggeschoten. Wat is blijven staan, is vaak door brand uitgemergeld. Volgens Klijbroek zijn de Russische soldaten nadien de puinhopen ingegaan om alles wat los en vast zat te roven. ,,Zelfs de wc-potten en -borstels namen ze mee in hun tanks.’’

 

In Irpin bezoeken we een ‘onoverwinnelijkheidspunt’. Een groene tent waarin maximaal vijftig buurtgenoten of voorbijgangers op temperatuur kunnen komen, hun mobiele telefoons opladen of een praatje met anderen aanknopen. De wifi is te danken aan Starlink van Elon Musk. Er wordt ook thee en koffie geserveerd. In het midden staat een televisie, waarop paradoxaal genoeg een Amerikaanse oorlogsfilm wordt vertoond.

We ontmoeten Ruslan (37) en Vadim (34), twee vrijwilligers die de hulpgoederen die zijn ingezameld door Stichting De Leeuw Kyiv naar het zwaar getroffen Bachmoet rijden. De twee onverschrokken mannen hebben ‘geen paniekangst, maar zijn wel bang’. Ze rijden aan het front langs eenheden met vijftig soldaten. Hun eigen huizen zijn ook getroffen. ,,Dat maakt ons extra gemotiveerd.’’

Stichting De Leeuw Kyiv heeft naar schatting van Klijbroek al tweehonderd generatoren uit Nederland gehaald. Binnen afzienbare tijd moeten dat er vijfhonderd worden.

 

’s Ochtends pak ik een taxi naar het busstation. Daar moet de Flixbus staan, die me terug naar Nederland moet brengen. Het is even zoeken. Het gifgroene logo van Flixbus is in geen velden of wegen te bekennen. Net op tijd ontdek ik de bus van de Oekraïense partner van Flixbus. Je moet het weten.

IK BEN BANG

In de bus zitten voornamelijk vluchtelingen die vanuit Duitsland op familiebezoek in Oekraïne zijn geweest. Het zijn vooral vrouwen. Het is opvallend stil in de bus. Oekraïners komen sowieso bescheiden en zachtmoedig over.

Oksana (50), die voor me zit, klampt me wanhopig aan. ,,Ik ben op zoek naar onderdak in Duitsland’’, zegt ze. Ze heeft voorlopig voor twee maanden iets aangeboden gekregen bij een echtpaar. Daarna staat ze op straat.

Ze is op weg naar Osnabrück, waar ze in het verleden weleens is uitgezonden als leidinggevende van een tapijtfabriek in haar geboortestad in Oekraïne. Vandaar dat ze zo goed Duits spreekt. Dinsdag heeft ze een sollicitatiegesprek om als dienstmeisje in een hotel te gaan werken. ,,Het gaat heel slecht met de tapijtfabriek. Ik ben bang. Stel dat ik mijn baan verlies. Toen ik vanochtend opstond was er geen stroom. Het huis was donker en steenkoud. Ik hoop dat ik die baan krijg. Ik kan goed schoonmaken, wassen en strijken. Anders weet ik het ook niet meer. Ik ben ten einde raad.’’

Voordat de bus Lviv bereikt en het donker wordt, begint het te sneeuwen. Bij de stadsgrens stuiten we op een militaire blokkade. Ervoor brandt een houtkachel. Twee soldaten komen de bus in om de paspoorten te controleren.

Als we Lviv uitrijden zien we hypermoderne flats in aanbouw. Ook de gelikte voetbalarena zou zo in Nederland passen. Oekraïne was voor de invasie hard op weg om aansluiting bij Europa te vinden. Poetin is daar niet van gediend.

Vlak voor de grens staat weer een onafzienbare rij stilstaande vrachtwagens in de berm. De bus moet ook wachten. Negen uur. Om drie uur ‘s nachts moeten we naar buiten met onze bagage en lopend de grens over. Daarna mogen we weer instappen en wordt de reis vervolgd.

Hoe zou het de Groninger vrachtwagenchauffeurs vergaan? Huizinga appt dat de jongens twee dagen voor de grens hebben gestaan. ‘Ze zouden veertien dagen moeten wachten, dus heb ik geschreven dat ze maar weg moesten rijden. Hebben ze bij een bekende van mij daar in de buurt afgeladen en zijn leeg de grens over gegaan.’

Hij baalt ervan, want het zijn weer gederfde inkomsten. ‘Kloten Russen’, appt hij. ‘Als ze hier op wat voor manier mee wegkomen, wordt het de komende decennia geen lolletje, ook niet in West-Europa.’