Direct naar artikelinhoud
ReportageKerstmaaltijd Antwerpen

‘Ik maak het thuis wel gezellig met een kersttrui, maar alleen is maar alleen’

Tijd voor vol-au-vent met kroketten. Walter (grijze trui) komt hier voor de derde keer. “Het is hier rustig en gezellig.”Beeld Thomas Sweertvaegher

Na twee jaar corona konden mensen voor wie overdadige ovenhapjes in familiekring niet zo evident zijn weer aanschuiven bij de Kerst-In, het oudste kerstfeest voor minderbedeelden in Antwerpen. ‘Een dag niet gekookt is een dag geld uitgespaard.’

Dat hij alweer tien dagen met niemand gepraat heeft, horen we Werner vertellen. Net als veel mensen hier wil hij niet met zijn achternaam in de krant, want niet iedereen moet zijn miserie kennen. “Ik heb geen familie, geen vrouw, geen kinderen, geen zorgen. Jawel, zorgen wel.” Maar hier, op de Kerst-In op het Antwerpse Zuid, is hij zomaar Walter tegengekomen, met wie hij ooit, decennia geleden, op internaat zat. “Wij hebben zwarte sneeuw gezien, hé. En honger geleden.”

Na twee eenzame coronajaren doet het de heren zichtbaar deugd om hier weer de benen onder de kerstdis te schuiven. Hier worden de glazen wel rijkelijk bijgevuld en slinkt de berg kaasblokjes en salami snel. Voorts op het menu, een ode aan de klassiekers: tomatensoep met croutons, vol-au-vent met kroketten en chocoladetaart. Op een lange tafel, nog verstopt onder doeken, liggen cadeautjes voor de gasten. In de hoek poseren ze met jolige kerstattributen voor de photobooth.

Walter: “Het is de derde keer dat ik hier kom, het is hier rustig en gezellig samen zijn.” De voorbije twee Kerstmissen werden wel maaltijdboxen uitgedeeld maar, zo zegt Werner: “Thuis alleen eten voor de tv, dat is toch niet hetzelfde.”

Al 47 jaar

Kerst-In, dat voornamelijk georganiseerd wordt met private giften, is in Antwerpen het oudste kerstdiner voor minderbeelden: 47 jaar al kunnen een honderdtal mensen die het financieel of sociaal niet breed hebben hier terecht voor wat gezelligheid en warmte. “Kerstdag is de enige dag van het jaar waar mensen nergens terecht kunnen, alle faciliteiten zijn gesloten”, zegt Annette Pauwels, die de laatste zestien edities van de Kerst-In heeft georganiseerd. “Mijn familie weet dat ik het de dagen rond kerst heel druk heb.”

Wie hier aanschuift, is hier beland via het OCMW, via thuisverplegers of alerte huisartsen. “Door de cyberaanval bij de stad Antwerpen was het dit jaar niet zo makkelijk om de juiste mensen te bereiken”, vertelt Pauwels, die bij de vaste klanten zoals Walter dan maar thuis is gaan aanbellen om ze zelf uit te nodigen. Wie ziek of bedlegerig is, krijgt thuis een warme maaltijd geserveerd.

Annette Pauwels: “Door de cyberaanval bij de stad Antwerpen was het niet zo makkelijk om de juiste mensen te bereiken.”Beeld Thomas Sweertvaegher

Aan de tafel van Walter, waar iedereen moet rondkomen met een leefloon of invalide verklaard is, gaat het al gauw over hoge energierekeningen, dure boodschappen en de stijgende huurprijs. Het loopt allemaal zo snel op, zeggen ze. Toch voelde iedereen de drempel toen ze voor het eerst schoorvoetend de uitnodiging aanvaardden. “Ik was beschaamd, zeker?”, zegt Walter. “Je hebt het gevoel dat je komt profiteren, dat je enkel komt om gratis te eten, terwijl we hier ook zijn voor de gezelligheid.” Maar, geeft Werner toe: “Een dag zelf niet koken is weer een dag geld uitgespaard.”

Bont gezelschap

Pauwels, de zus van de dit jaar overleden VUB-rector Caroline Pauwels, leeft volgens het adagium ‘de stad is zo anoniem als je zelf wilt’. Na al die jaren op de Kerst-In kent ze de meeste feestgangers hier. Is het niet van naam, dan toch van gezicht. “Ik woon hier zelf in de buurt en als ik naar de winkel ga, dan ben ik soms wel twee uur onderweg omdat ik zoveel mensen tegenkom die ik van hier ken. Dat is leuk.”

Ze vertelt over de man die op kerstochtend van de trap was gevallen, naar het ziekenhuis moest om een diepe snee te laten naaien en zich daarna door de ziekenwagen hier liet afzetten om het feest toch maar niet te missen. Of de gast die met veel haast zijn eten oplepelde en daarna liet zien waarom. “‘Ik kan niet lang blijven’, zei hij, en hij trok zijn broekspijp op. Bleek dat hij hier zat met een enkelband.”

Doorheen de jaren heeft ze de buurt hier zien veranderen, het gezelschap is bonter geworden. “Net als de vrijwilligers. In de keuken staat een oud-professor van de Universiteit Antwerpen die inmiddels al tachtig jaar is naast een vrijwilliger van Indisch-Italiaanse afkomst.”

Tekeningen maken

Abusweilem en Simailem, twee Palestijnse vluchtelingen uit Gaza, zijn hier voor de gezelligheid en voor de kinderen van Simailem, die pas sinds eind november in het land zijn. “Het is goed om samen te eten”, zegt Abusweilem.

Ook voor Ebti, een moslima en alleenstaande moeder van drie kinderen die aan de kindertafel voor alle vrijwilligers tekeningen maken, is het fijn om even het huis uit te zijn. “Mijn OCMW-begeleidster heeft me uitgenodigd en waarom ook niet? Het is een moeilijke, dure periode en ik vind de kerstsfeer heel gezellig. Anders zitten we toch maar thuis.”

De Palestijnse vluchtelingen Simailem (links) en Abusweilem komen eten met de kinderen.Beeld Thomas Sweertvaegher

Jordy is hier voor het eerst. Hij moet rondkomen van een leefloon en is vrijwilliger bij de voedselbedeling, waar hij elke week zelf een pakket krijgt. Hij is een schuchtere man, het type dat eerder de kat uit de boom kijkt, zegt hij. “Ik had wel wat stress om hier alleen naartoe te komen. Het zijn moeilijke dagen voor mij. Mijn ouders zijn twee jaar geleden overleden, met de rest van mijn familie heb ik geen contact, mijn vrienden hebben andere dingen te doen. Ik probeer het wel gezellig te maken, ik steek wat lampjes aan en trek een kersttrui aan, maar alleen is toch maar alleen.”

Iemand heeft hem naast een Spaanstalige man gezet, die hier ook alleen is. “We verstaan elkaar niet goed”, haalt Jordy zijn schouders op. Maar tegen dat de vol-au-vent op tafel staat en we de feestzaal verlaten lijken de kroketten hun werk te doen: tussen Jordy en zijn buurman is een stemmig kerstgesprekje ontstaan.