De Duitse productie van zonnestroom nam met 23 procent toe en hernieuwbare bronnen waren goed voor 46 procent van de totale elektriciteitsproductie, meldt het Duitse Umweltbundesamt (UBA). Het milieuagentschap waarschuwt echter ook dat Duitsland niet op schema ligt om haar doelen voor 2030 te halen.

Duitsland produceerde circa 256 terawattuur aan stroom uit hernieuwbare bronnen in 2022. Hiermee verbreken ze hun vorige record van 251,5 terawattuur, dat in 2020 werd gezet. Ook is het aandeel van de totale elektriciteitsproductie met 46 procent het grootste dat ze tot nu toe noteerden (hiervoor 45,5 procent in 2020).

Dankzij een zonnig jaar nam de productie van stroom uit zonnepanelen toe van 49,3 naar 61 terawattuur. Ook werd er nog 7.200 megawatt aan vermogen voor zonnestroom bijgebouwd in 2022. Dat is de grootste hoeveelheid die in het land is geïnstalleerd sinds de piek van 2012, toen 8.161 megawatt werd bijgebouwd.

De UBA waarschuwt echter ook dat Duitsland een tandje bij moet zetten om haar eigen doelstellingen te halen. Het land wil in 2030 maar liefst 80 procent van hun stroom uit hernieuwbare bronnen halen, wat op ongeveer 600 terawattuur neer gaat komen. Omdat de productie van hernieuwbare elektriciteit dus nog ruim moet verdubbelen, was het doel voor 2022 om rond de 270 terawattuur te kunnen produceren.

Voorzitter van het UBA Dirk Messner spreekt zijn teleurstelling uit: “Het bereiken van deze eerste en vrij matig ambitieuze tussenstappen kan niet als een groot succes worden beschouwd. De koers voor een succesvolle opbouw moet snel worden uitgezet. Alleen dan is er nog hoop op het behalen van de klimaatdoelstellingen en het overkomen van de afhankelijkheid van Russisch aardgas en fossiele brandstoffen.”