Eerder werd al duidelijk dat de prijzen in Nederland volgens de Europese rekenmethode (HICP) 11 procent hoger lagen dan in december vorig jaar. Daarmee behoort ons land tot de groep eurolanden waar de prijzen het hardst omhooggaan.
Met de inflatie van 9,2 procent is het tempo waarin de prijzen stijgen iets afgenomen ten opzichte van een maand eerder. In november liep het prijspeil binnen de eurozone nog met 10,1 procent op. Deze trend is vergelijkbaar met de ontwikkeling die statistiekbureau CBS eerder op de dag al meldde voor de inflatie in Nederland.
Dat de inflatietrein iets is afgeremd, heeft onder meer te maken met het opdrijvende effect van de hoge energieprijzen. Dat is nu minder dan in eerdere maanden, omdat energieprijzen eind 2021 op begonnen te lopen. Aangezien het inflatiecijfer wordt berekend op basis van de prijzen van een jaar eerder, zit er minder rek in die cijfers. Ook daalden de energieprijzen de afgelopen maanden.
Hoewel de inflatie dus iets minder hoog uitvalt, blijft het cijfer met ruim 9 procent extreem hoog vergeleken met voorgaande jaren. In Nederland zitten we daar dus nog ruim boven. Volgens de Europese rekenmethode stegen de prijzen hier in december met 11 procent ten opzichte van december vorig jaar.
De Europese manier van rekenen wijkt iets af van de cijfers die NU.nl vrijdagochtend bracht. Deze methode wordt in alle eurolanden gebruikt, zodat de inflatie in Slowakije vergeleken kan worden met die in Spanje.
De verschillen binnen het eurogebied zijn groot, ziet Eurostat. Zo bedroeg de inflatie in Spanje in december 'maar' 5,6 procent, terwijl Letland 20,7 procent inflatie kende. Nederland zat daar dus tussenin, al behoort ons land wel tot de groep eurolanden waar de prijzen nog altijd het hardst omhooggaan.