Processen vol ontroering rollen als bonkige knikkers van de trap het nieuwe jaar in | column Joost Oomen

Joost Oomen.

Joost Oomen. Foto: Niels Westra

Overal zijn in schitterende werking

intrigerende processen,

erop gericht

ons te ontroeren.

Op Nieuwjaarsdag lees ik een gedicht van Mark Boog. Het gaat over het doorlopen van de koffie, dat wanneer je er naar kijkt het trager gaat en de koffie dus lekkerder wordt, maar ik deel hierboven alleen de laatste strofe. Direct na het opkijken van de pagina, klopt de wereld met die strofe. Processen vol ontroering rollen als bonkige knikkers van de trap het nieuwe jaar in.

1 januari

Een café-eigenaar zit, overduidelijk brak, met zijn hoofd in zijn handen achter het raam. Zijn kroeg is leeg en de kerstversiering hangt nog, wat het geheel nog veel leger maakt. Hij heeft niet door dat hij van buiten gezien met zijn kale hoofd precies in de lichtjeskring van een kerstkrans valt die hij een maand geleden zelf heeft opgehangen.

2 januari

,,Ik zou toch ook graag een keertje met de metro’’, zegt de ene oudere dame in de trein tegen de ander. Ze zitten duidelijk niet vaak in het openbaar vervoer.

,,O ja, ik deed dat vroeger ook nooit’’, antwoordt de ander. ,,Willem was ertegen nadat ze heel Amsterdam ervoor overhoop hadden gegooid. Hij was daar zo kwaad over. Maar ik denk dat ik het nu toch ook wel zou willen.’’

,,Nou, dan maken we er een uitje van. Het lijkt mij ontzettend leuk, zo met de metro.’’

Ze zwijgen.

,,Ja, je ziet natuurlijk niets’’, zegt de eerste.

3 januari

Er loopt een hoogzwangere mevrouw over straat. Ik zie haar vanuit het woonkamerraam van een vriendin, op de tweede etage, dus zij kan mij niet zien. Terwijl ze loopt zwaait ze overdreven met haar armen, hoewel overdreven niet het goede woord is, meer als een meisje dat moet wandelen van haar moeder maar liever rennen wil. Haar zwangere buik, gehuld in een zwart thermoshirt, steekt uit haar opengeknoopte wollen jas. Dan komt ze op de kruising tegenover het huis van mijn vriendin en ze besluit een rondje te draaien. Precies naast een stapel afgedankte kerstbomen draait ze om haar as, stopt en wijst met uitgestrekte arm in de juiste richting, waarna ze haar weg vervolgt.

4 januari

Mijn beste vriend stuurt een foto van zijn appartement. Normaal is het een rommel, maar nu heeft hij alles schoongemaakt omdat zijn grote liefde straks op visite komt. Direct daarna belt hij om te vragen wat ik er van vind. Zijn stem klinkt zenuwachtig, want ze komt al zometeen.

Ik schrijf dit stuk op donderdag de vijfde, jullie lezen het op zaterdag. Maar ik weet dat die stoet ontroerende processen ook na de eerste vier dagen van het jaar aanhoudt, als een kannetje dat olijfolie schenkt en dat donkergroene straaltje maandenlang kan volhouden. Natuurlijk, iedereen en ik zal dit jaar een keer een teen stoten, of een hoofd. Maar het is de truc om daarna weer terug op het zilveren ezeltje te klimmen en rond te kijken. Naar de wereld en doorlopende koffie, daar wordt hij lekkerder van.