Landelijk gemeten kostte een koopwoning in het laatste kwartaal van vorig jaar gemiddeld 415.546 euro. Dat was 2,4 procent lager dan het kwartaal ervoor. Het was voor het eerst in negen jaar dat de prijzen naar beneden gingen.
In de vier grote steden gingen de prijzen ook omlaag. De daling was het grootst in de stad Utrecht, met een min van 6,3 procent. Rotterdam kwam er het beste van af, met een daling van slechts 1,7 procent.
Het aantal transacties steeg wel. Tussen begin oktober en eind december zijn in Nederland 51.345 huizen van eigenaar gewisseld. Dat was 1,8 procent meer dan het kwartaal ervoor. In tien van de twaalf provincies werden meer huizen verkocht. Uitzondering waren Flevoland en Utrecht.
Huizenprijzen wel hoger dan in 2021
Vergeleken met een jaar eerder waren huizen nog wel duurder. In december betaalde je voor een koophuis gemiddeld 2,7 procent meer dan een jaar eerder. Dat is wel de kleinste stijging in ruim zeven jaar.
Kadaster en CBS hebben alleen gekeken naar bestaande bouw. Nieuwbouw is dus buiten beschouwing gelaten.
Eerder kwam makelaarsvereniging NVM al met cijfers over de woningmarkt. De cijfers van CBS en het Kadaster zijn niet helemaal hetzelfde, omdat NVM alleen kijkt naar transacties die zijn afgesloten door makelaars die bij hen zijn aangesloten.
NUjij: Uitgelichte reacties